Kopfsteinpflaster

We zijn lekker bijgekomen van een dagje rust. Dat mag ook wel, Ueckermünde is een Staatlich anerkannter Erholungsort. Dat moet wel goed werken. Een dag op zo’n trekkersveldje is ook aardig als je iedereen ziet vertrekken en aankomen. Hier staan alleen fietsers, en ze hebben alle leeftijden. Er is een vriendengroep van 6 jongens, met een aanhangertje voor bier en meer. Er is een stel met een kleine baby. Er zijn gezinnen en er zijn de gebruikelijke vijftigers. Het zijn wat Nederlanders, wat Polen, maar het zijn vooral Duitsers.

De ochtend gaat soepel. We fietsen mooie stukken door het bos. We zijn er ondertussrn aan gewend dat in elk dorp de straten zijn gelegd met Kopfsteinpflaster. Gelukkig ligt er meestal een stoep voor fietsers en voetgangers. Buiten de dorpen worden stroken Kopfsteinpflaster vooral gebruikt om het verkeer te remmen. Voor ons zijn die stroken, in dit glooiende landschap, niet echt welkom.

We hadden gedacht koffie te drinken in Strasburg, het enige dorp van een beetje omvang op de route. Het is droefenis, een winkelstraat waar bijna alle winkels leeg staan. Gelukkig is er een supermarkt én een stadspark. Met deze warmte is dat ook een prima plek voor een siesta.

Het laatste traject voert langs een regionale weg. Het is warm. De zon doet haar uiterste best. Het asfalt straalt warmte uit en het water is lauw in de bidons. De graanvelden zinderen in de hitte. De wieken van de windmolens draaien loom hun rondjes. In de warmte kruipen we de helling op. Achter ons wacht een trekker keurig tot we boven zijn voor hij ons inhaalt. Wat verderop draait hij de weg af, er moet gewerkt worden.

Einddoel van vandaag is kamp Solaris, een kleine camping bij een kanoclub. Als we aankomen is er plaats genoeg, maar is de Coronakapacität vol. We kunnen kiezen, een houten huisje of 25 kilometer verder fietsen. Het wordt de Office Suite.

Wad

De stops in onze route worden bepaald door de ligging van de campings. Onze volgende camping ligt op zo’n 50 kilometer, die erna op 80. Er tussen ligt niets. We doen stoer en zien de 50 kilometer van vandaag als een rustdag.

Het eerste stuk van de route voelt als een experiment van de betonfabriek. De betonplaten hebben alle mogelijke vormen en liggen in alle mogelijke patronen. Gelukkig heeft de plaatselijke afdeling onderhoud door dat het niet allemaal fietsbaar is en ligt in het midden ook een smal strookje asfalt. Het is een kniesoor die dan opmerkt dat dit strookje inmiddels ook wel wat onderhoud behoeft.

Tijd genoeg, dus we zitten op ons gemak met koffie bij de bakker in Anklam. De oudere dames, met mondkapje, staan hier niet in de rij voor een gebakje, maar voor de lunch. De bakker lijkt een soort gaarkeuken te hebben waar je voor vijf euro een warme lunch kunt eten.

Voorbij Anklam zien we het eerste bordje van de Radweg Berlin-Usedom. Meteen neemt het aantal fietsers toe. Het zijn niet alleen 50-plussers die dit traject fietsen, ook jongeren. De generatiekloof lijkt vooral in de aandrijving van de fiets te zitten. Het is een mooi gebied waar we doorheen fietsen, stroomvlaktes van de Peene en de Stettiner Haff, een soort waddengebied. Aan de dode bomen te zien staat het water nog niet lang zo hoog. Het barst van de vogels. Ook hier zien we kraanvogels.

Tegen de tijd dat we bij de camping zijn is het 3 uur. De receptie is weer open na hun middagdutje. We draaien een wasje en besluiten een dagje extra te blijven. De eerste 1000 kilometer zitten erop.

Rechtsaf

Tegenover ons staan drie fietsers. Ze zien eruit als bikers. Zo ziet ook hun fiets eruit, met een wijd stuur en alles breed bepakt. De reden dat ze fietsen en niet brommen zit achterop de fiets, een klein blond fluffy keffertje in een rieten mandje. Een van de drie heeft het moeilijk. We zien zijn tent schudden en rommelen en steeds maar weer horen we Verdammt en Scheise. Theater bij het ontbijt.

Het Belgische stel naast ons heeft gisteren ook over Rügen gefietst. Ze vonden het heel mooi. Zij heeft alleen wat moeite met de stugge mensen, hij omschrijft ze als ‘eilanders met een moeilijke dag’.

Onze route begint goed, het is een mooi traject langs het water. Alleen is er geen pad op de route. We fietsen naar Greifswald, weer een hanzestad met een mooi centrum. Langs de Aldi en een 12e eeuwse kloosterruïne rijden we de stad weer uit.

We komen in de buurt van Polen. Het is te zien aan de plaatsnamen, een groot deel eindigt op ow. We rijden niet helemaal door tot de Poolse grens. Na ruim 900 kilometer naar het oosten gereden te hebben slaan we nu rechtsaf, naar het zuiden. De kwaliteit van de weg is bijzonder, het zijn betonplaten of kinderkoppen. Ik vraag me af of hier ooit een Trabant heeft kunnen rijden.

We rijden nog steeds langs veel graanvelden. Het is mooi om te zien hoe twee reeën ons ontvluchten. We zien ze steeds weer boven het graan uitspringen en het lijkt of ze dansen.

Onze camping is lekker alternatief, met een vleugje oost-Duits. Dit betekent dat aan de receptie een jongen met rastahaar zit. Hij overhandigt ons drie pagina’s te ondertekenen corona-uitleg en hij staat erop elke nieuw aangekomene gedetailleerd de camping uit te leggen. Het maakt niet uit, we vinden een goede plek voor de tent en een prima plek voor ons toetje.

Rügen

Soms heb je van die dagen die zo in de reisfolder kunnen. Vandaag is er zo een, met in de ochtend een heel ander landschap dan in de middag en tussendoor een mooie plek voor de lunch.

We starten over een strak fietspad langs de oevers van de Barther Bodden en de Grabow. Het klinkt heel exotisch maar het gebied is het gemakkelijkst te omschrijven als een soort van Ijsselmeerlandschap, inclusief wat zeilbootjes. Het is groen, wijds en ruim. Het is fris en zonnig. De lucht is blauw met van die wolken die het landschap mooi maken. En dan hebben we ook nog de wind in de rug. Het trapt heerlijk.

We lunchen in de hanzestad Stralsund. Ons boekje geeft geen route door de stad, ‘want dat zou de stad tekort doen’. We zijn eigenwijs genoeg om toch een rondje over de kinderkoppen van deze fantastische binnenstad te doen. We landen op het marktplein, in de zon, met vol uitzicht op het 13e-eeuwse raadhuis. Wij vinden het mooi, maar het schijnt echt bijzonder te zijn, een hoogtepunt van baksteengothiek. Minstens zoveel aandacht van iedereen krijgt de fontein op het plein. Deze is verzonken en spuit onregelmatig, tot groot plezier van heel veel kinderen.

De middag fietsen we op het eiland Rügen. We hebben geen zin om op de pont te wachten en fietsen over de brug. Nu rijst meteen de vraag of Rügen daarmee nog een eiland is. We fietsen over het rustige deel van het eiland, deze kant is nog niet ontdekt door toeristen. Eerlijk gezegd hebben wij hier ook niet veel ontdekt, behalve veel graan, wat suikeribieten en koolzaad.

Kliffen

Onze camping heeft een heel bijzondere anti-corona maatregel: In de nacht wordt het toiletgebouw gesloten. Ik betwijfel of het helpt tegen corona, ik verwacht eerder een golf van blaasontstekingen.

Het heeft vannacht flink geregend. Dat was een vuurdoop voor onze net nieuwe tent. Hij heeft het goed doorstaan, en wij ook. Nu alles in de ochtend nat is krijgen we bezoek dat graag mee op pad wil.

Vandaag rijden we langs de kliffenkust. Het is steil en ruig. Het fietspad loopt afwisselend vlak langs de rand of door het achterliggende bos. Het trapt makkelijk door. Misschien is het het weer, maar het is minder druk dan gedacht. Regelmatig worden strandopgangen aangegeven. Sommige ruik je op voorhand, een lucht van worst en zoet gebak.

Het fietspad aan de andere kant van het schiereiland is wat rustiger. Het loopt dwars door het rietmoeras, met weidse uitzichten over het Vorpommersche Boddenlandschaft.

Dan fietsen we het laatste traject over de dijk. Rechts van ons (vakantie)huizen met rieten daken, links de duinen met af en toe de zee. Het is nu echt zondagmiddag en hele gezinnen zitten op de fiets. Wij slalommen er lekker in ons eigen tempo tussendoor.

Ost

Gisteren zijn we de denkbeeldige grens van de voormalige DDR overgestoken. Prompt liet internet ons in de steek. We vragen ons af of het toevallig is of dat hier voorzieningen tóch achterlopen. Met het fietsen in oost is de wind overigens gedraaid, die waait nu ook oost. Zo langs de kust valt dat niet mee.

Onze eerste stop is Wismar. Ook dit is een mooi onderhouden hanzestad. De bouwstijl en de indeling van de straten lijkt op thuis, in Zwolle. Van hieraf buigt onze route af van de Ost-Seeküsten-Radweg. Reden hiervoor is dat deze route erg druk is. Dat hebben we gisteren gezien, veel electrische fietsen en mountainbikes en af en toe een vakantiefietser. Dus we slaan af, het binnenland in. De route is mooi, maar pittig. Flinke stukken zijn onverhard, met dikke gravel en af en toe rul zand. Tijd voor een tegeltjeswijsheid. Ik twijfel nog tussen ‘niet alles wat je kunt fietsen is een fietsroute’ en ‘de slechtse wegen geven de mooiste uitzichten’.

Ondertussen doen we haasje-over met twee andere Santosfietsers. Als wij uiteindelijk op een terras zitten schuiven zij aan. Het is erg gezellig, met verhalen over fietsen in Duitsland. Hun opmerking dat de R1 nog veel langer en heftiger onverhard is dan deze route echoot nog een tijdje na.

Het laatste stuk langs de kust is druk. Ook de camping is druk. De receptioniste geeft aan dat het vol is, maar dat ze voor fietsers nog wel plaats heeft.

Kust

Gisteravond hebben we bij Johanna gegeten. Deze kokkin kookt heerlijk en schenkt gul. Vandaag voelt het of Johanna met haar volle gewicht op mijn bagagedrager zit. We starten bij de fietsenmaker. Hij heeft dat kleine binnenhaakje dat we bij een paar van onze tassen verloren zijn. Nu rammelen ze niet meer op onverharde wegen. Als we de stad uitrijden, gaat dat volgens de eerste wet van Carry, gij zult nooit terug rijden. Dit levert ons een aardige alternatieve route door de haven op. We trappen richting Travemunde. Met een klein pontje steken we de Trave over en daar ruiken we de zee, ruim voor we haar zien. Het is een fantastisch fietspad, met rechts golvende gele graanakkers en links steeds tussen de bomen de zee. En de zon schijnt. Het landschap glooit en het fietspad glooit mee, met af en toe uitschieters naar 13%. Het plan voor vandaag is een camping en de stad Wismar. Die combinatie bestaat niet. Ondanks alle toerisme langs de kust zijn er niet veel campings. We landen uiteindelijk op een door de ANWB goedgekeurde, veel te grote camping, maar wel met zon en zee.

Lübeck

Eerst zwaaien we de buren uit. Het ziet er stoer uit als alles is opgeladen op de tandems, met kinderen, bagage en 750 gram Lego. We zien ze vast nog wel, want zij zijn ook op weg naar Berlijn. Het was een mooie avond gisteren, met sterke verhalen over fietsen. De verhalen over China smaken naar meer. Het mooiste verhaal was over het egeltje bij de tent. Voor ons reden voor een oproep de egelbescherming te steunen (www.egelbescherming.nl).

Het is een mooie route vandaag. We rijden veel door het bos en grote stukken over een voormalige spoorlijn. De enige kanttekening is dat het koud is. Het is nog geen 15 graden en bewolkt. Hoeveel mooier zou het hier zijn als het zonnig en warm was. We doen een jas aan en stoppen op tijd voor koffie met taart. Als we weer buiten komen is het weer omgeslagen. De lucht is blauw, het is zonnig en de jasjes kunnen weer uit. We fietsen langs de Trave. Op de app wordt die vergeleken met ons Almeloos kanaal, maar onze beleving is anders. Het landschap begint wat te glooien, het graan glanst in de zon, hier wordt een mens blij van. We passeren wat dorpjes. Zo rond een uur of een zien we vanuit een ooghoek twee tandems bij een speeltuin, onze campingburen hebben lunchpauze met speeltijd voor de kinderen.

Het laatste stuk rijden we langs het kanaal Elbe-Lübeck. Het is een mooi smal onverhard fietspad. Bij elke brug is het weer de verrassing hoe het er om de bocht eruit ziet. Zo rijden we Lübeck binnen. Ooit was dit een belangrijke hanzestad. Voor ons is het het eind van het eerste fietsboekje, en daarmee een memorabel punt.

Veerpont

We beginnen vandaag met een ritje door de uiterwaarden van de Elbe. De zon schijnt en we hebben windkracht 4 in de rug. Het is klassiek rivierenlandschap, met links van ons de Elbe en rechts achter de dijk appelboomgaarden.

We steken met een pontje de Elbe over. Het was even mikken om op tijd te zijn, want de pont vaart eens in de twee uur. Als we aan de overkant zijn is er in de eerst volgende plaats geen winkel te vinden. Wel is er een Gasthaus dat een Mittagtisch heeft. Het is klassiek, met oranje droogbloemen en plastic stenen beeldjes. Het dagmenu is bijpassend, bloemkool met een sausje, vlees met een sausje en rösti. Een prima bodem voor een middag fietsen. Het duurt even voor we weer een goed fietsritme hebben. De route is kruip-door-sluip-door en even lekker doortrappen zit er niet in. Deze deelstaat houdt bovendien van karrespoor-fietspaden, bestaande uit twee smalle streepjes beton. Dit betekent goed opletten waar je rijdt. Het waait flink, we hebben de wind aardig in de rug, maar het is echt fris. Na de boodschappen twijfelen we even, maar we gaan toch lekker kamperen. Onze buren op de camping zijn ook fietsers, maar iets anders dan wij. Zij fietsen op twee tandems met twee jongetjes van 6 en 4 voorop. Als we aankomen zijn zij aan het koken. Ze hebben zoveel te veel dat we mee mogen eten. Een gezellig alternatief voor vijf kilometer fietsen naar het dichtstbijzijnde restaurant of ons noodrantsoen van Bever.

ATB

Met de regenjas aan fietsen we door het Schnoor en langs het stadspark Bremen uit. Het eerste stuk van de route gaat langs de Wörpe, een klein riviertje. We rijden over de dijk, of beter gezegd het dijkje, dat er naast ligt. De zon schijnt, alles is mooi groen, zo hoort een fietsdag er uit te zien.

De dorpjes waar we door komen zijn klein, met drie oude boerderijen, vijf nieuwe huizen, een paar windmolens en een halte voor de schoolbus. Plus, speciaal voor ons fietsers, een kasseienstrook, waar we effe lekker kunnen stuiteren. Grote stukken van de route gaan onverhard door het bos. Het zijn goed begaanbare gravelpaden. Ik vind het toch nog altijd een beetje spannend, zeker nadat ik gisteren dacht dat ik beter kon sturen dan het geval bleek te zijn… Het is mooi groen en rustig. We kijken uit naar een plek om te lunchen. De aankondiging van een café in een oliemolen ziet er goed uit. Enthousiast trappen we er heen en rijden daarbij bijna een bruidspaar over de tenen. Daar passen wij met onze zweetlucht niet bij.

Behalve bos zien we veel mais vandaag, echt kilometers lang. De weides die we zien zijn leeg. Alle koeien staan op stal. Wat we wel zien zijn een paar kraanvogels. Onderweg komen we amper fietsers tegen. Het verbaast ons, er is een goede bewegwijzering. Alleen rond Stade is het druk op het fietspad. Voor ons zijn dat de laatste loodjes. Vandaag hebben we er ruim 100 kilometer op zitten.