Pak Beng is toeristisch in een straal van 100 meter rond het aankomstpunt van de boot. Daar zitten een paar hotels, wat restaurants en een telefoonwinkel. Verder hoef je niet te komen als je hier overnacht op weg naar Luang Prabang. Als je wel wat verder gaat begint het gewone leven. Die kant gaan we uit. En de route is makkelijk, we volgen gewoon de weg. Lees: er is maar één asfaltweg. Het eerste dorp waar we door komen fietsen we met open mond. We zijn niet alleen een landsgrens over gegaan, we zijn ook jaren terug in de tijd. Het voelt als derde wereld, jaren 80, anders is het niet te omschrijven. Er lopen kippen, geiten, hangbuikzwijnen, honden en koeien langs de weg en op de weg. Overal wordt op houtvuurtjes gekookt. Mensen zitten op hun hurken te kijken naar passerend verkeer. Wij als falangs trekken een boel aandacht. Kinderen worden aangemoedigd naar ons te zwaaien en dat doen ze met veel plezier. Ze joelen sabaidee, hallo.
De huizen staan op palen. De wanden zijn deels van hout, soms ook bamboematten. Het is een compleet andere wereld, het Hmongvolk in deze bergachtige streek.
Naarmate we verder rijden, wordt het landschap wat vlakker, komen we wat dichter bij de bewoonde wereld en verandert het beeld enigszins. Er komen wat meer stenen huizen en wat minder vee op de weg. Wat blijft zijn al die mensen aan de weg. Ze zitten en kijken naar wat er langs komt. Het is helemaal feest als de school uit gaat. Jongens en meisjes in uniform op de fiets of wandelend proberen hun twee woorden Engels op ons uit. Of ze komen gewoon luid giechelend voorbij.
Het landschap is droog. Er ligt een stuwdam in de rivier. Natuurlijk staat er Chinese uitleg bij. We rijden langs bananenplantages. De vruchten hangen in grote blauwe zakken.
Het is een pittige dag. We stijgen en dalen. Het wordt warm aan het begin van de middag. We hebben bedacht dat we door rijden tot Beng. Daar zit een guesthouse. Als we daar aankomen is aan de overkant van de straat een feestje bezig. De muziek dreunt de straat over. Het geluid in onze slaapkamer klinkt alsof we slapen naast het hoofdpodium van het bevrijdingsfestival. Doorfietsen is geen alternatief, het volgende guesthouse is over 60 kilometer. En wat blijkt, als je maar moe genoeg bent kun je zelfs met zoveel geluid een middagdutje doen.