14 augustus, Queen Elizabeth National Park
Rond 9 uur vertrekken we per auto van de lodge. We gaan naar Queen Elizabeth National Park. Onderweg zien we veel. We passeren een paar van de 32 kraterlakes. Opvallend is dat de kleur van het water niet bij allemaal hetzelfde is, maar varieert tussen turquoise en grijs. Het is bewolkt, anders zouden we zelfs sneeuwtoppen gezien hebben.
Natuurlijk stoppen we ook nu bij de evenaar. Hier staat een nieuw monument. Het hangt vol lappen, het moet nog onthuld worden. Een mannetje staat het Corioliseffect uit te leggen. Aan de ene kant van de evenaar draait het water andersom als aan de andere. Ik heb het nooit geloofd, maar dit is behoorlijk overtuigend. En voor wie het wil zien, we hebben de filmpjes beschikbaar.
In deze regio kun je niet om het koloniale verleden heen. We hadden eerst al het Victoriameer, nu gaan we naar het Queen Elizabethpark. Lake George en Lake Edward maken daar deel van uit. Met beetje puzzelen heb je hier de stamboom van de Engelse koninklijke familie. Gelukkig heeft het tussenliggend kanaal wel een lokale naam, het Kazingakanaal.
Meteen na de lunch gaan we varen op het kanaal. Hoewel het kanaal heet, is het een natuurlijke verbinding tussen beide meren. Het is circa 40 kilometer lang, voldoende ruimte voor m naar schatting 10.000 nijlpaarden. We zien ze uitgebreid in de zon liggen.
Vanaf de boot zien we verrassend veel. Er staat een olifant te drinken. Verderop staan buffels en liggen krokodillen in de zon. In de steile oeverwand komt een varaan uit zijn hol en we zien zelfs een hyena. En dan zijn er nog zoveel vogels.
We zijn niet het enige toeristenbootje op het water. En als een bootje ergens stopt volgen er meer. Zo zien we een cobra. Wat mij betreft had het een zwarte tuinslang kunnen zijn, maar Carry maakt de foto precies op het goede moment.
Direct van de boot gaan we met de safari-auto het park in. We hebben met zijn tweëen zo’n auto met bankjes op twee niveaus. Ik voel me een soort van koningin op de achterbank met weids uitzicht alle kanten uit. Het landschap is fantastisch. Natuurlijk zien we wrattenzwijnen en waterbokken en andere soorten antilopen. Maar eigenlijk is dit het moment en de plaats om leeuwen te kijken.
Onze chauffeur heeft vanochtend een leeuw gezien bij het karkas van een buffel. We gaan kijken. De geur van het karkas hangt in de lucht. Zoals een goed leeuw betaamt heeft hij zich de hele dag niet bewogen. Hij ligt er nog steeds, aangestaard door mensen vanuit meerdere busjes. Dan verwaardigt hij zich even te bewegen. Het is fantastisch.
We rijden verder door het park. De tamtam van de rangers werkt in de vorm van een mobieltje. Nu wordt er doorgereden, er zijn meer leeuwen te zien. We stuiteren door het park. Uiteindelijk liggen er twee leeuwinnen. De een ligt in het gras. Ze probeert wakker te worden. Maar steeds gaat ze na een paar stappen weer liggen en dut verder. De ander ligt volmaakt ontspannen in een boom, maar laat zich dan zien.