We fietsen verder naar het westen. Op elke lantaarnpaal hangt een affiche van een vertrouwenwekkend kijkende man die burgemeester wil worden. Wat mij betreft lijken ze allemaal op elkaar, met stropdas en bril. Nu ik erop ga letten zie ik af en toe ook een vrouw, maar daarmee is de diversiteit wel op. We fietsen langs een middelbare school. Het is pauze. Iedereen is buiten. Het is bijzonder te zien dat veel kinderen een mondkapje dragen.De route kabbelt door. We rijden door stadjes, door bos en af en toe een stukje langs de grote weg. Ik vind het moeilijk afwisseling te zien. Ik vraag me af of dat aan Duitsland ligt of aan de route? Is deze route zo gericht op hanzesteden dat de auteur de rest van het landschap vergeet? Of is dit zen en de kunst van het lange afstandsfietsen? Het is comfortabel allemaal, maar niet verrassend. Toch zien we in de loop van de middag verschil. De bouwstijl van de boerderijen verandert. We zien tussen alle mais aspergevelden. We maken weer eens een mooi verhaal over de groeiwijze van asperges.We rijden Noordrijn-Westfalen binnen. Op het bordje van de grens profileren ze zich als fietsvriendelijk. Prompt loopt er een mooi fietspad langs de Ems. We komen in Warendorf. De terrassen op het kerkplein zitten vol. De kerkklok maant ‘Nütz die Zeit’. Dat doen we, we landen op een trekkersveldje en blijven nog een dagje.