12 augustus, Ibanda – Nkingo
Als we vertrekken miezert het een beetje. We doen een regenjas aan, maar dat is gelukkig niet echt nodig. Een brommerrijder komt naast Carry rijden. Hij vraagt waar we heen gaan. Als Carry zegt dat we naar Kibale NP fietsen, vanaf hier nog 65 kilometer, denkt hij dat dat een grapje is.
De weg is rustig en om ons heen wordt het steeds groener. We rijden in de richting van het regenwoud. Het is nog steeds bewolkt. Dan passeren we de evenaar. Er staat een monumentje en een bibberstreepje op de weg.
Ik geniet van de opschriften. Op een woning: ‘one has to know where to stop’. Een busje meldt ‘sure but slow’. Als fietser herken ik me daar wel in. Een vrachtwagen meldt ‘Never lose hope’. En op ‘safety first, quality always’ moet ik even kauwen.
Het ontbijt was prima, maar halverwege de ochtend is het tijd voor cola en een gedeelde rolex. Rond het kraampje is het een rommeltje. Toch krijgen we het niet over ons hart ons afval erbij te gooien. We nemen het mee.
We passeren een bordje ‘Uganda Government Prisons Farm’. Wat verder zien we rijen mannen in gele overalls op het veld. Sommige groepen werken zo dicht bij elkaar dat we ons afvragen of ze aan elkaar geketend zijn.
We rijden door. Ik rij wat achter Carry. Een man roept me na ‘your husband is letting you off’. Gelukkig weet ik dat Carry bij de volgende bult op me wacht. En bulten hebben we genoeg vandaag, met ruim 900 hoogtemeters kunnen we onze lol op.
We logeren aan de rand van het regenwoud. Het ziet er hartstikke mooi uit. Tot onze verbazing zijn we de enige gasten. Nu zitten we op het terras voor onze kamer, we luisteren naar de geluiden van het bos en kijken naar de passerende bavianen.