4 augustus, Kayabwe – Lukaya
Als we de stad uitrijden hangt de ochtendmist laag boven de velden. Het is een mooie start. Het is nog rustig. Ik ben wat terughoudend over de 75 kilometer stuiteren van vandaag. Het geluid van de zaterdagavonddisco zal hier ook wel een rol bij spelen. Carry grijnst me toe en heeft het over de ‘derde dag blues’. We gaan het zien.
Regelmatig wordt de weg geblokkeerd door grote hopen rode grond. Het is do-it-yourself- wegonderhoud. Passerend verkeer drukt de grond aan en vult zo de gaten. Op de brommers die ons passeren zitten passagiers in zondagse kleding. Als we een kerkje passeren barst het bijna uit zijn voegen van een enthousiaste gospel. We sturen foto’s naar huis als we verrast worden door een smal stroompje waar we de fiets doorheen moeten sleuren.
We rijden vandaag met een grote lus door de wetlands van de Katonga rivier. Het is nu droge tijd, in de natte tijd is het voor fietsers onbegaanbaar. Op dit moment staan er enkel nog plassen van een onverwachte bui van afgelopen week. Soms zijn ze onpasseerbaar. Gelukkig ligt er dan een wankel houten bruggetje. Daar gaan wij over en dan moet de fiets maar door het water. Ineens staan er allemaal jongetjes die ons helpen. Iemand neemt me bij de hand over het bruggetje, een ander duwt mijn fiets door het water. Hij stapt prompt op en rijdt door. Er blijken nog wat van deze plassen te liggen. Dan gaan de schoenen uit en gaan wij ook door het water.
Wat verderop is het weer raak. Het eerste slootje komen we over, maar dan is er nog meer water en veel grijze modder. En geen weg er omheen. We staan nog moed te verzamelen, als we hulp krijgen van wat kinderen die onze fietsen duwen. Onder het water zakken mijn voeten tot ruim over de enkels in de modder. Mijn witte sokken hebben definitief een Afrikaans kleurtje. Vlakbij de laatste modderpoel staat een waterpomp. Met veel handen wordt alles gepoetst.
Om de Katonga te kruisen lag er tot voor kort een brug. Die is er niet meer. Nu ligt er een houten motorbootje. Hier kunnen zes motoren in en een boel mensen. Het is mooi kijken terwijl we op onze beurt wachten.
We zijn bezig aan het laatste stuk als een motor me inhaalt en een heel verhaal in het Luganda vertelt. De Engelse samenvattig is simpel, ‘road closed’. Carry staat al ter plaatse. De afsluiting bestaat uit een aantal grote plassen. Daar weten we inmiddels weg mee. De schoenen gaan uit en we zoeken voorzichtig onze weg. We volgen de passagiers van de brommer want de plassen zijn diep. Zelfs nu hangt de bodem van mijn tassen in het water.
We stoppen nog één keer, voor verse ananas. Schoongemaakt langs de weg en heerlijk sappig. Langs de rest van de route zien we schillen waar zijn andere klanten waren. Tot slot een toetje met koeien op de hoofdweg. En die blues, die zijn vergeten.