Lübeck

Eerst zwaaien we de buren uit. Het ziet er stoer uit als alles is opgeladen op de tandems, met kinderen, bagage en 750 gram Lego. We zien ze vast nog wel, want zij zijn ook op weg naar Berlijn. Het was een mooie avond gisteren, met sterke verhalen over fietsen. De verhalen over China smaken naar meer. Het mooiste verhaal was over het egeltje bij de tent. Voor ons reden voor een oproep de egelbescherming te steunen (www.egelbescherming.nl).

Het is een mooie route vandaag. We rijden veel door het bos en grote stukken over een voormalige spoorlijn. De enige kanttekening is dat het koud is. Het is nog geen 15 graden en bewolkt. Hoeveel mooier zou het hier zijn als het zonnig en warm was. We doen een jas aan en stoppen op tijd voor koffie met taart. Als we weer buiten komen is het weer omgeslagen. De lucht is blauw, het is zonnig en de jasjes kunnen weer uit. We fietsen langs de Trave. Op de app wordt die vergeleken met ons Almeloos kanaal, maar onze beleving is anders. Het landschap begint wat te glooien, het graan glanst in de zon, hier wordt een mens blij van. We passeren wat dorpjes. Zo rond een uur of een zien we vanuit een ooghoek twee tandems bij een speeltuin, onze campingburen hebben lunchpauze met speeltijd voor de kinderen.

Het laatste stuk rijden we langs het kanaal Elbe-Lübeck. Het is een mooi smal onverhard fietspad. Bij elke brug is het weer de verrassing hoe het er om de bocht eruit ziet. Zo rijden we Lübeck binnen. Ooit was dit een belangrijke hanzestad. Voor ons is het het eind van het eerste fietsboekje, en daarmee een memorabel punt.

Veerpont

We beginnen vandaag met een ritje door de uiterwaarden van de Elbe. De zon schijnt en we hebben windkracht 4 in de rug. Het is klassiek rivierenlandschap, met links van ons de Elbe en rechts achter de dijk appelboomgaarden.

We steken met een pontje de Elbe over. Het was even mikken om op tijd te zijn, want de pont vaart eens in de twee uur. Als we aan de overkant zijn is er in de eerst volgende plaats geen winkel te vinden. Wel is er een Gasthaus dat een Mittagtisch heeft. Het is klassiek, met oranje droogbloemen en plastic stenen beeldjes. Het dagmenu is bijpassend, bloemkool met een sausje, vlees met een sausje en rösti. Een prima bodem voor een middag fietsen. Het duurt even voor we weer een goed fietsritme hebben. De route is kruip-door-sluip-door en even lekker doortrappen zit er niet in. Deze deelstaat houdt bovendien van karrespoor-fietspaden, bestaande uit twee smalle streepjes beton. Dit betekent goed opletten waar je rijdt. Het waait flink, we hebben de wind aardig in de rug, maar het is echt fris. Na de boodschappen twijfelen we even, maar we gaan toch lekker kamperen. Onze buren op de camping zijn ook fietsers, maar iets anders dan wij. Zij fietsen op twee tandems met twee jongetjes van 6 en 4 voorop. Als we aankomen zijn zij aan het koken. Ze hebben zoveel te veel dat we mee mogen eten. Een gezellig alternatief voor vijf kilometer fietsen naar het dichtstbijzijnde restaurant of ons noodrantsoen van Bever.

ATB

Met de regenjas aan fietsen we door het Schnoor en langs het stadspark Bremen uit. Het eerste stuk van de route gaat langs de Wörpe, een klein riviertje. We rijden over de dijk, of beter gezegd het dijkje, dat er naast ligt. De zon schijnt, alles is mooi groen, zo hoort een fietsdag er uit te zien.

De dorpjes waar we door komen zijn klein, met drie oude boerderijen, vijf nieuwe huizen, een paar windmolens en een halte voor de schoolbus. Plus, speciaal voor ons fietsers, een kasseienstrook, waar we effe lekker kunnen stuiteren. Grote stukken van de route gaan onverhard door het bos. Het zijn goed begaanbare gravelpaden. Ik vind het toch nog altijd een beetje spannend, zeker nadat ik gisteren dacht dat ik beter kon sturen dan het geval bleek te zijn… Het is mooi groen en rustig. We kijken uit naar een plek om te lunchen. De aankondiging van een café in een oliemolen ziet er goed uit. Enthousiast trappen we er heen en rijden daarbij bijna een bruidspaar over de tenen. Daar passen wij met onze zweetlucht niet bij.

Behalve bos zien we veel mais vandaag, echt kilometers lang. De weides die we zien zijn leeg. Alle koeien staan op stal. Wat we wel zien zijn een paar kraanvogels. Onderweg komen we amper fietsers tegen. Het verbaast ons, er is een goede bewegwijzering. Alleen rond Stade is het druk op het fietspad. Voor ons zijn dat de laatste loodjes. Vandaag hebben we er ruim 100 kilometer op zitten.

Bremen

Ontbijt in een hotel is ontbijt met een buffet, ook in coronatijd. Praktisch gezien betekent dit mondkapje-op/mondkapje-af. Alle Duitsers lijken hier redelijk aan gewend. Alleen het andere Nederlandse stel naast ons is zoeken naar hun spatlap als ze nog een kopje koffie willen.

We fietsen een bosrijk traject. Het is mooi. Het boekje omschrijft het als oerbos. Ik moet bekennen dat ik geen idee heb waar dat anders is als gewoon bos. Het trapt lekker door. We stoppen in een dorpje met een duizendjarige eik. Hij ziet er wat wankel uit. Het bordje eronder waarschuwt voor instortingsgevaar. De kerk ernaast is maar 800 jaar oud, en nog steeds in gebruik.

Een dorp verderop willen we lunchen. Internet meldt deze maandag dat alleen bij Liberty een hamburger te krijgen is. Dat klopt niet, alleen de ijszaak is open. Dus wordt het een Aldi-lunch met Hollandse kaas op een bankje in het park. Gelukkig bakt de Aldi-bakker goed brood.

Na de lunch stuiten we in het bos op twee Nederlandse fietssters. Ze zijn ook op weg naar Lübeck. Het is leuk een stukje samen te fietsen. We delen sterke verhalen over eerdere reizen. Dan buigen onze routes uit elkaar. Maar de wereld is niet zo groot. We treffen elkaar weer op de markt on Bremen. Zij zijn op weg naar hun hotel, wij gaan een wijntje drinken met uitzicht op de Bremer Stadsmuzikanten, en alle mensen die er net als wij een foto van maken.

Oostwaarts

Het ochtendritme is vertrouwd. Slaapzakken inpakken, matjes oprollen, thee zetten, tent afbreken, alle spullen aan de fiets en gaan. Iets meer dan een uur hebben nodig voor het hele ritueel. We kletsen nog even met die andere vakantiefietsers en dan rijden we via Bourtange naar de grens.

Nog altijd verbaast het dat zo’n streep op de kaart zoveel verschil maakt in het landschap. Aan de Duitse kant zijn de huizen net anders, staat er een crucefix in de tuin en is het allemaal wat ruimer, wat uitgestrekter. Het is heerlijk rustig onderweg, tot we bij de Ems komen. Hier loopt de Ems-Radweg en er rijdt ons een zwerm vakantiefietsers tegemoet. De rest van de dag hoeven we het fietspad met niemand te delen.

We passeren een militair oefenterrein. Op zaterdag wordt blijkbaar niet geoefend, dus we kunnen door rijden. De militairen hebben het goed voor elkaar, direct grenzend aan het oefenterrein liggen wat hennepvelden. De geur hangt zwaar in de lucht.

Onderlangs een magneetbaan komen we in Börger. Deze Borger heeft wel hunebedden, maar voelt zich beslist geen hunebedhoofdstad. Het is uitgestorven. We stoppen bij een pizzeria. We twijfelen over mondkapjes, de pubers naast ons niet, die lopen alle vier met een hip printje voor hun gezicht. En wel weer bijzonder, we kunnen alleen cash betalen.

We fietsen over een fiets/wandelpad de stad uit. Een oudere man laat ons passeren. Hij kijkt blij tevreden als hij meldt ‘die Frau fahrt immer hinterher’.

Het waait hard. De lucht is al de hele dag betrokken. We zien vooral mais. Net als we constateren dat het eigenlijk wel saai is draait de route het bos in. Het volgende uur rijden we over gravelpaden en is onze aandacht bij de weg. Klokslag 15 uur, Duitse pünktlichkeit en de voorspelling van buienradar, begint het te gieten. Flink nat komen we aan bij het hotel. Hier wachten we de buien van vandaag en morgen af.

Ontginning

Camping Buitenland is echt buitenland als er aan het begin van de dag geen drinkwater is. De oplossing is wel Nederlands. De drinkwatermaatschappij levert flessen water en de camping doet gratis koffie. Helaas voor de meneer naast mij alleen filterkoffie, dus geen latte macchiato met havermelk.

Het is ook écht Nederland als het begint te regenen. Als het droog is en we onze regenjas staan uit te trekken komt een klein meisje op een roze fietsje langs. Ze meldt ons dat dit geen dag voor fietsvakanties is.

We lunchen in de hunebedhoofdstad Borger. Zoals een hoofdstad betaamt kun je een foto maken om te laten zien dat je er geweest bent. Als ik er giechelend een foto wil maken stopt een dame op een scooter ‘zal ik een foto van jullie samen maken?’ We poseren braaf. Na afloop heeft Carry rode verfhanden, het blijkt dat de letters nét nieuw zijn.

Onze route voert door veenontginningsgebied. Er zijn wat mooie historische kernen, vaak bij hunebedden in de buurt. Grote delen van het gebied ervaren we toch als sober. Het geeft het gevoel dat het passeren van de eikenprocessierups dé gebeurtenis van het jaar is. We passeren velden vol aardappels en tarwe en rijden over wegen met namen als Dwarsstukkerweg, Zijdstukkerweg en Verbindingsweg. Het is allemaal heel aards. Alleen het laatste stukje naar Bourtange zweven we.

Buitenland

We gaan weer! Een rondje Berlijn gaat het worden. Geen vliegtuig, geen trein, gewoon de straat uit en weg. En als het corona-technisch nodig is zijn we ook zo weer terug.

Het is ruim 12 uur als we vertrekken. Op camping Wipstrik heeft iedereen vrij. We worden uitgezwaaid door wat buren.

Het is weer even wennen, een fiets vol bepakking. Het stuurt wat zwaarder, maar het voelt al snel vertrouwd. We fietsen de straat uit langs de lunchwandelende collega’s van het waterschap en we gaan de dijk op langs de Vecht.

Het is bekend terrein en het is druk met fietsers. Op het smalle pad naar Ommen tref ik een boze bes. Ze bekt me af als ik vraag of ik er langs mag en schuift een stukje naar links. Ik móet bellen, dan pas gaat ze opzij. Als ik haar passeer gilt ze me na dat ik ook moet bellen als ik haar vriendin ga passeren. Voorbij Ommen is het wat rustiger. We rijden over fietspaden en landweggetjes, langs nagelstudio Karin, pedicure Caroline en coiffure Annabel. Elke boerderij heeft zijn eigen specialiteit, kopjes koffie, lekkere ijsjes en leuke uitjes.

We verlaten de Vecht en fietsen verder met de Saxenroute. We rijden inmiddels in Drente. Hier hebben ze begrepen wat een toerist wil, de N34 heet Hunebed Highway, een bord waarschuwt voor een aanvallende buizerd en de camping ligt in Nieuw Amsterdam. Op camping Buitenland kunnen we in elk geval zeggen dat we ver van huis zijn.