7 maart Playa Larga – Cienfuegos
We wachten een buitje af en dan zitten we voor achten op de fiets voor de 80 kilometer naar Cienfuegos. Het eerste stuk rijden we door het bos. De weg is vlak en heeft weinig gaten en er is niemand. In de eerste 25 kilometer zien we drie auto’s. Het schiet lekker op.
Wat verderop stoppen we bij een rijstveld. Een boer komt op ons af. Hij vertelt dat alles met de hand geplant is. Hij klaagt over Cuba. Er is niets te krijgen in de naburige winkels en behalve rijst en bonen is er niets te eten.
Als we verder rijden zien we voor het eerst een trekker op het land. Hier staan pas ingeplante bananen en suikerriet. We zien zelfs grootschalige beregeningsinstallaties, maar we vragen ons af of ze ooit gebruikt worden.
In het laatste dorp voor de grote weg stoppen we om wat te drinken. We eten er een broodje boter bij. Als altijd kijken we onze ogen uit naar de voorbijgangers, stoere mannen met paardenhalsters op de schouder maar met blinkend witte rubberlaarzen, vrouwen met felgekleurde leggings om het omvangrijke achterwerk, paard en wagens. Het blijft een feest.
De volgende 30 kilometer moeten we over de snelweg. We hebben de wind vol op kop. Met deze temperatuur is dat niet erg. De weg is niet druk, maar wat er rijdt, rijdt hard. Als we de bollen van een raffinaderij zien weten we dat we bijna in Cienfuegos zijn. De stad maakt een prettige indruk als we er via de hoofdstraat binnen rijden. Onze casa vinden we een paar blokken verderop, in een straat vol muurschilderingen.