De camping slaapt nog als we weg rijden. Het is een beetje mistig. Na een paar kilometer meldt een bordje Col d’Osquich/Oskaceko Lepoak 495 meter. Dat is 265 meter stijgen in de komende vijf kilometer met een gemiddelde helling van 5,5%. Dat is te behappen. Maar het volgende bordje meldt dat de stijging over de eerste kilometer 7,5% is, net als het bordje twee. Het blijkt weer, aan gemiddelden heb je niets. We zijn niet de enige fietsers op deze helling, wel de enigen met bagage. En ook wij komen boven.
In St-Jean~Pied-de-Port ligt het einde van de route Langs Oude Wegen. Ook het laatste stukje naar St-Jean zal vast een oude weg zijn, maar die is inmiddels gemoderniseerd tot een drukke provinciale weg. Niet super om te fietsen. Een gemiste kans wat ons betreft, want het lijkt of er genoeg fietspaden in de buurt liggen. St-Jean is een mooi stadje met een vestingmuur en stadspoorten. Veel pelgrims starten hier hun tocht naar Santiago. Het is zonnig, het is druk, de terrassen zitten vol, prima om hier te lunchen. We raken aan de praat met de ober, hij vat onze fietstocht mooi samen ‘des Pays Bas au Pay Basque’.
We volgen de grote weg nog wat verder langs de Nive. Er wordt druk geraft. Het laatste stuk rijden we binnendoor. We volgen nog steeds de rivier. Korte steile hellinkjes maken het niet makkelijk. Het uitzicht is fantastisch, de rivier diep onder ons, de ruige bergen en het smalle pad door het groen. Dan passeren we een restaurant. Hier begint de Roelandpas. Hier heeft Roeland ooit voorkomen dat het leger van Karel de Grote in de pan gehakt werd. Tegenwoordig is het een keurig geasfalteerd paadje vol toeristen, maar met een fantastisch uitzicht.