Het is droog en zonnig als we vertrekken, hoe veel mooier is het landschap dan. We kunnen zoveel verder kijken, het geeft zoveel meer energie. Maar zo blijft het niet. Na vijftig kilometer begint het te hozen. Het water gutst over de weg, het sopt in onze schoenen en druipt over mijn bril. Even zien we in de verte de koepel van de St. Pieter, maar deze bui spoelt onze plannen om meteen door te fietsen naar Vaticaanstad weg. We fietsen linea recta naar de camping. En linea recta is inderdaad de enige manier. We zoeken nog naar een route die niet over de snelweg gaat, maar die is er niet. Dus voor het laatste stukje tillen we onze fietsen over de vangrail en rijden we over de vluchtstrook naar de entree van de camping. We zijn er. Rome.
En voor wie het zich afvraagt, wie gaat kamperen in de regen? Nee, we kamperen niet, we hebben niet eens een tent bij ons. We logeren hier omdat onze fietsen hier opgehaald worden voor de terugreis naar Nederland. En wat het leuke is, we zijn niet de enige fietsers. Dit is een soort verzamelpunt van Romefietsers. En iedereen heeft verhalen.