Met 13 graden is het koud als we vertrekken uit onze pipowagen. We hebben amper genoeg kleren om te fietsen met deze temperatuur. Gelukkig beginnen we met een flinke klim. Dat is een prima manier om warm te worden. Berg af is fris, maar precies aan het eind van de helling zit een café. De eerste biertjes worden al geschonken, maar wij houden het bij koffie. Het is zo’n klein zaakje dat ook épicerie en boulangerie is, dus we regelen meteen de inkopen voor de lunch.
We fietsen door een echt weidelandschap. Overal lopen bruine koeien. In deze steeek zijn het vast originele limousins. De weides zijn omzoomd met bomen en alles glooit. Er is geen vlak stuk te zien. Eigenlijk past het, zo groen als het is, meer bij ons beeld van Zwitserland dan bij het zuiden van Frankrijk.
We stoppen bij een kerkje met fresco’s. We lunchen op een terras, voor picknicken is het echt te koud. We trappen snel weer door om warm te worden. Iedereen die we spreken zegt dat deze temperatuur uitzonderlijk is, meer herfst dan eind juli. Zo voelt het ook. Toch hebben we het nooit lang koud want we trappen vandaag ruim 1100 hoogtemeters.