Een Nederlandse vrouw op de camping zei gister: “met al die hellingen ga ik hier echt niet fietsen”. Onze advies: beginnen met een klein rondje. Vandaag denk we hieraan als we al in de eerste 1,5 kilometer stukken van 12% te pakken hebben. Voordeel is wel dat we meteen warm zijn. Want ook vandaag is het fris. De lucht is dreigend grijs, maar na een natte nacht is het nu gelukkig droog.
Het is fantastisch groen, varens, weiland, bos, we hebben het allemaal. Het is een heerlijk rustige weg, maar het is ploeteren. Zeker het eerste stuk. We stoppen voor koffie bij de eerste de beste plek waar koffie geserveerd wordt. Het is een oud hotel vlakbij het station van Uzerche. We vragen ons af of er deze eeuw al onderhoud aan gepleegd is, of zelfs schoon gemaakt? Toch stoppen er mensen voor het menu van de dag. Wij durven het niet aan. Dat betekent uiteindelijk dat we picknicken op ons kleedje, want een ander restaurant dat ons te eten wil geven hebben we niet kunnen vinden. Langzaam verandert de bebouwing. Steeds meer huizen zien eruit als vakantiehuizen, mooi metselwerk, een flink terras, ligstoelen en dikke auto’s voor de deur. Het heeft vast te maken met het zuiden en de snelwegen die we kruisen.
Nog een lange klim zijn we in Brive. We zien agenten staan, er is veel volk op de been. Dit is een van de anti-coronamaatregelen-demonstraties. We fietsen er langs. De zon schijnt, de lucht is blauw, het is warm, de terrassen zitten vol, eindelijk, Zuid Frankrijk.