Langs de Reichstag en de Brandenburger Tor rijden we in een rechte streep de stad uit. 10 kilometer langs de Bismarckstrasse met veel stoplichten en een fietsstrook. Aan het eind buigen we af. Aan onze rechterhand ligt een meer. Hier begint de weg wat te glooien. Dit is de plek waar Berlijnse wielrenners hun hellingen rijden. We sluiten ons bij hen aan. Ik heb gisteren wat overbodige bagage bij DHL afgegeven, dat maakt het fietsen soepeler.
Het is een mooi traject naar Potzdam. Het is wel duidelijk waarom de diverse keizers hier hun zomeroptrekje hadden. Wij stoppen voor koffie en een appeltaartje. Zó’n lekker taartje dat ik niet de enige ben die dat laatste hapje wil. Ik mis de wesp die mee eet, hij mist mij niet en steekt in mijn tong. Wat een feest. De rest van de dag fiets ik met mijn tong op mijn schoenen.
We zijn terug op de Hanzeroute en daarmee op de onverharde trajecten. Het stuk dat we deze middag fietsen is niet fijn. Het is een kapotte asfaltweg door een maisveld. Landschappelijk is het niet fraai en het is waardeloos om te fietsen. Dus we besluiten het fietspad langs de grote weg te volgen. Helaas blijkt dat niet alles wat er uitziet als een fietspad ook daadwerkelijk een fietspad is. We moeten terug en doen een nieuwe poging. Langs Schmerzke en Prützke komen we in Brandenburg. De camping met veel campers is niet bijzonder, het eten van het Inspectorenhaus wel.