Nog even een foto voor vertrek, dan worden we uitgezwaaid door twee andere Nederlandse fietsers. Een van de charmes van Lissabon is het gele trammetje in de smalle steile straatjes. We hebben gisteravond al ontdekt dat de kasseitjes naast de rails voor fietsers niet ideaal zijn. Nu rijden we alleen maar naar beneden naar de haven en valt het alles mee.
De pont brengt ons naar de overkant van de Taag. Hier gaan we door de voorsteden van Lissabon langzaamaan het platteland op. We rijden wat onverharde stukken. Er staan citrusbomen en vijgen langs de kant van de weg. Langs velden vol druiven komen we aan in Sétubal. Het is nog even zoeken naar de pont waar fietsers op mogen. Ons Portugees is beperkt en we rijden bijna een Covid-vaccinatiecentrum binnen.
Aan de overkant van de rivier de Sado rijden we door een compleet ander landschap met duinen en dennen. De weg is niet druk, maar wat langs komt, is groot en rijdt hard. De duinen maken plaats voor een estuarium waar rijst geteeld wordt. Langzaamaan verliezen we de zee en het estuarium uit beeld.
Het laatste stuk zien we af. Het is bewolkt, maar het is heet. Onze Garmin meet zelfs een maximum van 39 graden. De tegenwind voelt als een warme föhn. Ons zweet verdampt voordat het kan koelen. We zijn op weg naar Alcacer do Sal. Hier wordt al meer dan 5000 jaar zout gewonnen. Mochten ze zout te kort komen, met het zout van onze gezichten kun je wel een vaatje vullen.
Leuk, het lezen kan beginnen!