Gili

Tussen Bali en Lombok liggen drie grote gili’s, ofwel atollen, waar hotels op staan en die flink wat toeristen trekken. Die hebben we links laten liggen. Hier bij noordwest Lombok liggen ook een paar gili’s en onze gids beweert dat het koraal hier minstens zo mooi is. Dat willen we graag zien. Dus de fietstas gaat ondersteboven en we diepen onze eigen meegebrachte duikbrillen op, op sterkte. Ook als fietser zijn we van alle gemakken voorzien. 

Bij vertrek vanaf het strand doen we onze eerste ontdekking, er is niemand, helemaal niemand, behalve wij. Verbazingwekkend. Onze eerste stop is Gili Kapal. Het verbaast me dat het een naam heeft, want het is een echt klein onbewoond eiland met helemaal niets. In Nederland zou je zeggen een zandplaat, maar of het hier zo heet valt te betwijfelen, het ligt vol stukjes koraal. Het heeft een fantastisch uitzicht op Gunung Rinjani. Net als we ons een beetje Robinson Crusoë beginnen te voelen, komt er een tweede bootje aan, met 10 rugzaktoeristen op het dak en een muziekje aan. De passagiers glijden via een oranje plastic glijbaan van het dak af, het water in. Hoe klein het eiland ook is, het is groot genoeg voor ons samen, vooral omdat zij naast hun boot blijven hangen en verkennen van het eiland niet nodig vinden. 

De volgende stop ligt tussen twee atollen in. ‘Spring hier maar overboord’. Onderwater is weer helemaal gaaf met inderdaad fantastisch koraal. Vanochtend dachten we nog dat een duikschool hier het gat in de markt was, nu we hier net onder water hangen zien we dat dat niet nodig is. Het is zelfs snorkelend zaak om niet te diep te gaan en boven het koraal te blijven. En wat voor een koraal, zo veel kleuren, zo veel vormen, zo mooi. En vol leven: Zeeëgels met lange stekels, blauwe zeesterren, scholen visjes in allerlei maten, het is druk onder water. Natuurlijk zwemt ook Nemo hier, in grote getalen zelfs. We zijn blij dat ze niet allemaal zo’n doordringend disneystemmetje hebben. 

Op weg naar de Gili Bidara varen we langs Gili Rebejan. Eigenlijk is niet duidelijk welk voorzetsel hier voor te gebruiken, we varen door, we varen over, we varen op, het klopt allemaal. Gili Rebejan staat vol mangrove, struiken die in zout water kunnen groeien. Wij varen er tussendoor. Nu is het getij zo dat we voorzichtig kunnen varen, later op de dag zal de gili droogvallen. 

Gili Bidara is fantastisch om te snorkelen. Het enthousiasme van de gids is terecht. We vragen ons af of we ooit zo’n mooi koraal gezien hebben. We worden over boord gezet met de opmerking ‘voorzichtig’. En terecht want zo gauw we onze neus onder water steken raakt die bijna het koraal. Hier zijn de kleuren weer heel anders, sprekender, feller. Het koraal is groen en geel en bruin en blauw. Het zijn echte flinke onderwaterstruiken. Er liggen wat roosters die helemaal begroeid zijn. Vissen zwemmen er over en eronder. Kleurrijk en mooi. Heel divers, met mooie namen als clownsvis, doktersvis, papagaaivis en trompetvis. We weten er veel te weinig te benoemen. Dat hindert niet, met een shirt aan tegen het verbranden, dobberen we en we genieten van wat we zien. 

Geef een reactie