Vandaag is spannend, we hebben minder kilometers dan gisteren, maar evenveel hoogtemeters. Dat wordt pittig. We beginnen met de boodschappen. Terwijl Carry nog bezig is om in de telefoonwinkel een beter functionerend telefoonabonnementje te regelen begin ik met de eerste 7 kilometer klimmen.
Hier langs Lake Kivu lijkt het wat bergachtiger dan de afgelopen dagen. We zien meer rotsen en op de hellingen veel meer terrassen. Kinderen lopen met geiten. We hopen dat dit is omdat het nog schoolvakantie is. Het is rustig langs de weg. Deze provincie is wat minder dicht bevolkt. De hellingen zijn lang, klimmen gaat langzaam. In twee uur fietsen we omhoog, dan scheuren we in 30 minuten eenzelfde afstand naar beneden. We stoppen af en toe om te genieten van het uitzicht.
Na een klim van 10 kilometer rijden we het laatste stuk van vandaag naar beneden. Een bord verwijst naar ons hotel. De weg is onverhard. Het is de heftigste vorm van onverhard die ik me voor kan stellen, met geulen en stenen over de gehele breedte van de weg. Er kronkelt een smal begaanbaar paadje tussendoor. Tegemoetkomende brommers nemen alle ruimte. De moed zinkt me in de schoenen. Hoe ga ik dit redden?
Voor me uit stuitert Carry soepel naar beneden. Zelfs op de bruggetjes, die bestaan uit scheve planken in de rijrichting, hoeft hij niet af te stappen. Heel voorzichtig, vol in de remmen, rij ik naar beneden. Een tegemoet komend vrachtwagentje hangt scheef, het lijkt bijna te kantelen. Voorzichtig sturend zoek ik mijn weg. Mijn wielen stuiteren over de stenen. Een groepje jongetjes loopt op klepperende slippertjes naast me mee. Ik heb weinig geduld voor hen. We rijden door een dorpje, gezang uit de kerk komt ons tegemoet. Het lukt me om om me heen te kijken, we rijden midden door het dagelijks leven. De maïs ligt te drogen langs de weg. Borden geven aan dat dit nog steeds de route naar het hotel is. We zien het onder ons liggen, aan de oever van Lake Kivu. Het ziet er fantastisch uit. Ik hou me voor dat er overmorgen vast een andere weg is om onze reis voort te zetten.
Maar hoe was het hotel?
Het hotel voldeed aan alle verwachtingen, mooie plek, lieve mensen en lekker eten.