10 maart Trinidad – Sancti Spíritus
Het is nog donker als we ontbijten. Langzaamaan komt de zon tevoorschijn. Pas als Maryoley, van onze casa, wat zegt over zomertijd valt het kwartje. We zijn een uur vroeger dan anders.
We pakken onze fietsen, rijden ze door de huiskamer, langs de altaartjes, over de kaurischelpen, de straat op. Het zijn allemaal dingen die horen bij het Afro-Cubaanse geloof, ofwel santería. Het is gebaseerd op het Yorubageloof uit West-Afrika en de verplichting die slaven hadden om zich tot het katholicisme te bekeren.
Het is echt nog vroeg. Wat verderop in de straat staat een kar met een watertank. Het lijkt erop dat mensen hier hun drinkwater halen. Het licht is mooi, er hangen nog flarden mist tegen de bergen en op het gras in de berm ligt dauw. Net buiten de stad is het uitzicht over de vallei fantastisch, zo groen met grote velden bananen en palmen.
We rijden op ons gemak. In de schaduw in de berm zien we opnieuw de twee Duitse meiden. Ze delen hun bananen met ons. Wat verder op rijdt ons een taxi achterop, iets wat lijkt op een blauwe Volvo Amazone. Er wordt enthousiast gezwaaid. Het zijn de Nederlanders zijn waar we gisteravond mee hebben zitten borrelen.
Het blijft de hele weg behoorlijk groen, we zien rose bloesems aan de bomen. Theorie van vandaag is dat dat komt omdat wolken tegen de bergen blijven hangen. Eindpunt van vandaag is Sanctí Spiritus, inderdaad de heilige geest. We vragen ons af wie dat ooit bedacht heeft. We rijden over een geel geverfde brug de stad in. Het blijkt de oudste bakstenen brug van Cuba te zijn. Aan het eind van de straat lokt een blauwe kerktoren, maar naast de brug zit een prima taverna.