Vannacht sliepen we in een wisma, een hotel volgens Indonesische standaard. Met airco en wifi en de fiets in de hal, maar toch net anders dan we gewend zijn…
Het meest opvallend is de badkamer. Geen wastafel of douche, maar een toilet en een mandi. Een grote plastic bak met water en een kom om mee te badderen. En mee door te spoelen… en te gebruiken als toiletpapier. Gelukkig wel een kraan en een douchekop om je af te spoelen met koud water.
Op de bedden alleen onderlakens en dekens, geen bovenlakens. We rollen ons lakenzakje uit en zijn voorzien. En vanuit bed uitzicht op het pijltje richting Mekka.
Net geinstalleerd werd er op de deur geklopt. Of we wilden komen. Een man in een te groot trainingspak met camouflagekleuren. En een air alsof hij de president was. Oef, ik voelde mijn allergie voor dit soort gasten omhoog schieten. Eén blik naar buiten op de daar geparkeerde motor vol officieel uitziende logo’s maakte duidelijk dat dit waarschijnlijk niet de vader van de eigenaresse was, maar een echte official. En hij speelde echt het spelletje van de official, namen wilde hij weten en paspoorten wilde hij zien. Maar hij wilde toch vooral op de foto. Hij ging naast Carry zitten, legde amicaal zijn hand op Carry’s been en riep de dame van het hotel om een foto te maken. Voor een tweede foto wilde hij tussen ons in komen zitten, maar Carry zag blijkbaar die hand op mijn been niet zitten en weigerde. Na nog een foto van de paspoorten vertrok hij weer.
In de wisma spraken ze natuurlijk Bahassa en dat is niet ons sterkste punt. Dat gaf dus wat handen- en voetenwerk om duidelijk te maken dat we niet om 7 uur wilden ontbijten, maar om half 7. Blijkbaar was dat toch niet helemaal goed gegaan. Om 6 uur vanochtend werd er op de deur geklopt, het ontbijt was klaar. Nasi goreng en een kopje hete thee. Om vijf over zeven zaten we al op de fiets en zagen we de kinderen naar school gaan.