16 augustus Luxemburg – Wiltz
Het centrum van Luxemburg ligt hoog op een rots. Sinds de vroege middeleeuwen staat er een burcht. Onze route kronkelt onder langs de stadsmuren. Onder een poort door rijden we het dal van de Alsette in. Schokkend is wel dat we bijna over een dakloze fietsen, die onder de poort ligt te slapen.

We volgen de Alsette tot Ettelbruck. We rijden over een piste cyclable. Dit klinkt als fietsbare weg. Dat voelt niet als een zinnige aanduiding, want bijna alle wegen zijn fietsbaar. Als ik het check is het gewoon Frans voor fietspad. En inderdaad het zijn prima fietspaden, breed en rustig. Op verschillende plekken staat een fietspomp, en zelfs een keer een automaat met binnenbanden.

In Ettelbruck drinken we koffie. Het is elke keer een verrassing in welke taal we worden aangesproken, Frans, Duits of Luxemburgs. Het Lëtzebuergesch is echt een eigen taal en voor ons onbegrijpelijk.

Vanaf Ettelbruck volgen we de Sure, een klein stroompje in een mooi groen dal. Hier liggen geen pistes cyclables, maar rijden we over een kleine provinciale weg. De weg kronkelt met de rivier mee door het dal. In de zon is het een fantastisch plaatje. Vanaf een enkele top kijkt een burcht op ons neer. Natuurlijk is zo’n weg ook aantrekkelijk voor motoren. Als wespen zwermen ze ons voorbij.

In een weiland eten we ons broodje. Het is lang niet meer zo heet als gisteren, dus we houden zelfs een siësta. Na 55 kilometer passeren we een camping. We kijken elkaar aan, met deze temperatuur hoeven we nog niet te stoppen. We plakken de volgende bult er vandaag nog achteraan.
