Vandaag hebben we een stuk met de auto gedaan. De reden hiervan was heel praktisch, de route naar het volgende hotel was 95 kilometer, waarvan de laatste 25 met een stijging van ruim 1000 meter. Niet helemaal ons idee. We hebben een pickup geregeld, de fietsen in de laadbak vastgebonden en hebben ons laten vervoeren. Onderweg bleek dat we ook 30 km om moesten rijden omdat de weg was ondergelopen. Iets verderop was de weg tijdelijk afgesloten door een modderstroom. Zware machine groeven zich door de brij stenen en modder. Na een half uur konden we weer verder.
Kijkend naar de mensen hier vragen we ons af of ze gelukkig zijn. Dat stralen ze niet altijd uit in onze beleving. Misschien is het voor ons het taalprobleem, maar ook in de onderlinge omgang komt het op ons niet over dat ze zo blij zijn. We zoeken het op. Myanmar staat op de happiness index op plek 43, als een van de hoogste Aziatische landen. Het verbaast ons. We zoeken naar redenen, zou het zijn omdat het land recent meer openheid heeft, dat mensen blij worden van de kansen die ze zien, die ze eerder niet hadden?
Wat ons dagelijks geluk betreft, we hebben de fiets gemist vandaag. Dit traject was op de fiets heel heftig, te heftig, geweest, maar zo mooi groen. Wat fietsen zo mooi maakt is om in een simpel tempo een beetje deel uit te maken van het dagelijks leven. Ook op de fiets ben je een buitenstaander, maar je ziet, hoort en ruikt(!) hoe het toe gaat. Er zit niets tussen jou en de wereld om je heen. In de auto is dat anders, je blijft op afstand. Staan er koeien op de weg dan volstaat een keer toeteren. Aan het eind van de rit waren we moe, van alle gehobbel en gestuiter, maar hadden we niets gedaan. Op de fiets heb je het zelf gedaan, is er het voldane gevoel bij aankomst. Dan is het de reis waar het omgaat, niet alleen de aankomst.
Nu zijn we op hoogte in Kalaw, ruim 1350 meter. We proeven de frisse avondlucht, hebben zelfs een vestje aan, en we hoeven vannacht geen airco. Morgen gaan we wandelen, hier heet dat we een trekking gaan doen.