Vandaag is het de laatste fietsdag uit het boekje. Én is het Maria Hemelvaart, dat betekent dat bijna alles dicht is. Behalve de kerken, die zijn in vol bedrijf. Als we even in een kerk willen kijken staan we prompt in een mis.
De route vandaag gaat niet over een echte fietsroute, maar langs kleine binnenwegen. Het grappige hiervan is dat steeds wel de afstand tot het volgende dorp wordt aangegeven maar dat Venetië niet op de borden staat. Hoe het op dit soort wegen zit met de fietspaden is een soort van bingo, soms win je, meestal niet. Ofwel in veel gevallen is op de weg veel fijner fietsen dan het fietspad. Soms is dat omdat het fietspad vol hobbels zit of hartstikke smal is. Vaak ook omdat het leven van de fietser extra beschermd moet worden, met hekjes, bordjes, drempels en andere waarschuwingen, liefst midden op de weg, die ervoor zorgen dat je steeds weer op de rem moet. Daar hebben we niet echt het geduld voor.
Ook een route die niet zo spannend is kan ineens verrassen. We rijden door Citadella. Voor ons klinkt die naam als kasteel maar het blijkt de naam van een stadje te zijn, een stadje waarvan de 12 meter hoge stadsmuur nog helemaal compleet is. Daar fiets je niet langs, daar fiets je naar binnen en rij je even een rondje. De tweede verrassing is een gave serie beelden van ene Rabarama verspreid in de stad.
De laatste camping van deze vakantie is een camping zoals een camping moet zijn. Zo’n camping waar je langer willen blijven als je er de tijd voor had. Het is er heerlijk rustig, een boerencamping met mooi groen gras en een klein zwembad. En hij ligt op een steenworp afstand van Venetië, het doel van onze fietsroute. De route uit het boekje loopt niet helemaal naar Venetië, maar stopt hier. De uitleg is dat het laatste stuk niet interessant zou zijn om te fietsen en dat je makkelijk een bus kunt pakken. Misschien klopt dat als je naar Rome gaat, maar wij zijn het er niet mee eens. Wij gaan naar Venetië. Morgen gaan we zien hoe Venetië bevalt op de fiets.