Sulawesi

Op het vliegveld op weg naar Bali hebben we even tijd om terug te kijken op het eerste stuk van onze reis. Samen gevat: een mooie trip, mooi land, weinig toeristen en lekker warm. Maar natuurlijk is het meer dan dat. 

De mensen zijn aardig en vriendelijk en willen graag communiceren. Maar aangezien wij amper Bahassa spreken en zij weinig Engels wordt het moeilijk. Voetbal is nog steeds een aanknopingspunt, niet meer Cruijf, Gullit of van Basten, maar van Persie, Sneijder en een indonesische jeugdspeler van Telstar? Iedereen heeft een mobiele telefoon en wij zijn zo bijzonder dat iedereen een foto van ons of beter nog, met ons wil. Af en toe voelt het alsof we een zeldzame diersoort zijn, die ineens gespot wordt door een horde toeristen. Bijkomend voordeel is wel dat het ook voor ons gemakkelijk is foto’s van hen te maken. Het land is zo mooi, zo weelderig groen. En dan waren wij er in de droge tijd. Dus minder romantische plaatjes van rijstterrassen dan gedacht, omdat alles geel was en geoogst werd. Onze cultuurtechnische achtergrond hebben we her en der wel lekker kunnen uitleven op de irrigatiesystemen. En er groeit zoveel… Natuurlijk bananen, rijst, koffie en cacao, maar ook pepers, mais, aubergine, papaya, mango, noem maar op. Plus veel van de ons bekende kamerplanten, kantoortuingroen en palmen in alle soorten en maten. 

De route was prima. Al was het prettig geweest als we her en der wat kleinere wegen gehad hadden. Maar eerlijk gezegd betwijfelen we of die er wel zijn en of ze überhaupt  berijdbaar zijn. Waar we onderweg wel over gedacht hebben is hoe prettig het verkeer zou zijn als alle brommers electrisch waren. Daar hoort dan wel een zonnepaneel of wat bij, want het is te betwijfelen of het electriciteitsnet dit trekt. We hebben niet veel toeristen gezien onderweg. Dat heeft natuurlijk ook zijn gevolgen voor de voorzieningen. Het was elke avond weer een verrassing waar en hoe we zouden slapen. We merkten dat we ons steeds minder verbaasden over achterstallig onderhoud, onduidelijke electriciteit en lokale badkamers. 

Buiten Makassar zagen we, op drie andere fietsers na, maar op drie plekken toeristen, in Sengkang, Bira en Toraja. Maar ook daar was het niet echt druk. Eerlijk gezegd was alleen Toraja toeristisch. En wel echt een hoogtepunt. Maar juist op de fiets, als je tempo laag is, is het prettig om op je gemak door het gewone leven te fietsen en rond te kijken. 

En wat zo fijn is, dit traject was pas het begin. We hebben tijd genoeg. We gaan nu naar Bali en Lombok, de volgende etappe. Iedereen zegt dat het daar veel toeristischer is en drukker, we zijn benieuwd. 

2 gedachten over “Sulawesi”

  1. Hoi Marjan en Carry, Met veel plezier lees ik elke avond jullie blog! Ik geniet van de foto’s en de verhalen, het is fijn om een beetje mee te kunnen kijken waarvoor dank! Hier is het herfst geworden qua weer, dus het is ook heerlijk om over de hitte bij jullie te lezen (hoewel fietsen bij 42 graden me nogal heftig lijkt). Ik verheug me op het vervolg van jullie tocht: ga zo door! Liefs, Nancy
    PS Die fietsen, zijn die fijn? (veel versnellingen voor de bergen?)

Geef een reactie