Gisteravond hebben we bij Johanna gegeten. Deze kokkin kookt heerlijk en schenkt gul. Vandaag voelt het of Johanna met haar volle gewicht op mijn bagagedrager zit. We starten bij de fietsenmaker. Hij heeft dat kleine binnenhaakje dat we bij een paar van onze tassen verloren zijn. Nu rammelen ze niet meer op onverharde wegen. Als we de stad uitrijden, gaat dat volgens de eerste wet van Carry, gij zult nooit terug rijden. Dit levert ons een aardige alternatieve route door de haven op. We trappen richting Travemunde. Met een klein pontje steken we de Trave over en daar ruiken we de zee, ruim voor we haar zien. Het is een fantastisch fietspad, met rechts golvende gele graanakkers en links steeds tussen de bomen de zee. En de zon schijnt. Het landschap glooit en het fietspad glooit mee, met af en toe uitschieters naar 13%. Het plan voor vandaag is een camping en de stad Wismar. Die combinatie bestaat niet. Ondanks alle toerisme langs de kust zijn er niet veel campings. We landen uiteindelijk op een door de ANWB goedgekeurde, veel te grote camping, maar wel met zon en zee.