De stops in onze route worden bepaald door de ligging van de campings. Onze volgende camping ligt op zo’n 50 kilometer, die erna op 80. Er tussen ligt niets. We doen stoer en zien de 50 kilometer van vandaag als een rustdag.
Het eerste stuk van de route voelt als een experiment van de betonfabriek. De betonplaten hebben alle mogelijke vormen en liggen in alle mogelijke patronen. Gelukkig heeft de plaatselijke afdeling onderhoud door dat het niet allemaal fietsbaar is en ligt in het midden ook een smal strookje asfalt. Het is een kniesoor die dan opmerkt dat dit strookje inmiddels ook wel wat onderhoud behoeft.
Tijd genoeg, dus we zitten op ons gemak met koffie bij de bakker in Anklam. De oudere dames, met mondkapje, staan hier niet in de rij voor een gebakje, maar voor de lunch. De bakker lijkt een soort gaarkeuken te hebben waar je voor vijf euro een warme lunch kunt eten.
Voorbij Anklam zien we het eerste bordje van de Radweg Berlin-Usedom. Meteen neemt het aantal fietsers toe. Het zijn niet alleen 50-plussers die dit traject fietsen, ook jongeren. De generatiekloof lijkt vooral in de aandrijving van de fiets te zitten. Het is een mooi gebied waar we doorheen fietsen, stroomvlaktes van de Peene en de Stettiner Haff, een soort waddengebied. Aan de dode bomen te zien staat het water nog niet lang zo hoog. Het barst van de vogels. Ook hier zien we kraanvogels.
Tegen de tijd dat we bij de camping zijn is het 3 uur. De receptie is weer open na hun middagdutje. We draaien een wasje en besluiten een dagje extra te blijven. De eerste 1000 kilometer zitten erop.