Nivernais

Gisteravond zijn we nog even langs de kathedraal gefietst, een mooi gebouw, maar het staat aan een onbenullig pleintje vol auto’s. Het voetbalstadion van Auxerre ligt mooier, vlak aan het water. Vanaf de camping fietsen we er langs. De eerste 40 kilometer rijden we langs het kanaal van Nivernais. Het wordt genoemd als een van de mooiste kanalen van Frankrijk. Waarschijnlijk zegt het iets over de onze routes want het valt ons niet op als uitzonderlijk. Het is gewoon een mooie route. Ondertussen zijn we zo ver zuidelijk dat de hagedisjes op de weg zitten. Ze zijn wel wat traag met bewegen, zodat Carry er een over zijn staart rijdt.

Op deze vlakke route langs het kanaal zien we ineens meer vakantiefietsers. Er is een Frans stel, met wie we een soort van haasje-over doen, maar een groet kan er amper af. Met een Duits stel raken we wel aan de praat. Zij fietsen een ronde van 600 km langs de kanalen van Bourgogne. Als ze ons vragen naar onze fietsen krijgen ze prompt het hele verhaal van Theux. Het zit ons nog hoog. 

We hebben onze dag niet vandaag. Ik weet niet of het de cuisine traditionelle van gisteren is, de hitte of gewoon vermoeidheid, maar de benen willen voor geen meter. De route, hoe mooi ook, kan amper boeien, het is puur ploeteren. Pas na de lunch, en de siësta, gaat het beter. Dat is maar goed ook, want nu begint het stijgen van vandaag. 

In een haarspeldbocht, tussen de bosjes door, vangen we de eerste glimp op van Vézelay, met de witte kathedraal blinkend in zon, boven op een heuvel. Met zo’n uitzicht gaan de laatste hoogtemeters tussen de zonnebloemen vanzelf. 

Geef een reactie