14 maart
We ontbijten in de stad. Zoals altijd hebben we hebben na een paar dagen op dezelfde plek, onze gewoontes. Eerlijk gezegd hadden we de eerste dag een beter koffietentje maar dat kunnen we niet meer vinden. Het wordt vandaag een ontbijt zonder koffie of thee want er is geen stroom. Dat verklaart meteen waarom het ook bij de omliggende koffietentjes zo rustig is. We zitten langs de doorgaande weg. We genieten nog even van alles wat er langs komt, de paardentaxi’s, de fietstaxi’s, de toeristenbussen op weg naar een dagje Havanna, de hippe meisjes met hun telefoon in de hand. Mijn eigen telefoon is al simkaart-loos. Mijn gehuurde simkaart heb ik gisteren ingeleverd, want op Cuba zijn overal creatieve oplossingen voor, ook voor simkaarten.
Het blijft ons verbazen hoe we ons op de fiets deel van deze wereld voelen en hoe anders het is als we gewoon toerist zijn. We hebben geen armbandje zoals de toeristen van de all-inclusive hotels, we wandelen overal heen zonder een taxi te nemen, maar toch missen we onze fietsen. Ze staan al ingepakt bij Arnaldo in de garage. Ook het fietsen op Cuba hebben ze prima overleefd. Onze riem riep veel reacties op, dit was helemaal nieuw hier.
Nu is het een kwestie van wachten op de taxi, dan zit de vakantie er op. Al met al hebben we zo’n 950 kilometer gefietst in een verbazingwekkend land. Het barst van de problemen, maar het gaat beter dan op de omliggende eilanden. Het voelt veilig, in alle opzichten, zelfs toen we op de snelweg fietsten. De mensen zijn open en aardig. De zon schijnt. We hebben genoten.