Het leven van een profwielrenner ziet er minder spannend uit dan dat van een vakantiefietser. We hebben die jongens van Sunweb vooral op bed zien hangen tussen de maaltijden door. Het leek wel een kostschoolklasje met iedereen in dezelfde kleding van de sponsor. De fietsen werden buiten voor hen klaar gezet. Er waren twee mecaniciens die voor iedereen een tijdritfiets en een trainingsfiets op maat optuigden en afstelden. Vanuit een vrachtwagen zo vol met materiaal dat de gemiddelde fietsenmaker er jaloers op zou zijn.
Onze route voerde over kleine, rustige landbouwwegen. Grote akkers met bieten, graan en aardappels. Duidelijk een werkdag, want bijna geen andere fietsers te zien. Wel twee andere vakantiefietsers, op weg naar Verona. Met hen hebben we een stukje samen gefietst, in een stevig tempo. Dat betekende dat we al meer dan 60 kilometer gefietst hadden toen we gingen lunchen. Het terras werd gedomineerd door een groep bejaarde heren in fietskleding. Het bleek een ploeg te zijn tussen de 70 en 80, die zich elke maandagochtend om 9 uur verzamelt om samen te gaan toeren. Onze fietsen werden belangstellend bekeken en becommentarieerd. Een van die gasten, de grootste bal van het geheel, zo iemand die anders een sjaaltje om heeft en dat zie je aan de manier waarop hij zich beweegt, gaf commentaar: ‘ein Rohloff Hub habe ich nur einmal gesehen, bei sehr reiche Leute’. Natuurlijk kon Carry het niet laten ‘aber wer sagt dass wir nicht sehr reich sind?’
Onze laatste kilometers voerden over een mooi vlak fietspad langs de Rijn. Dwars door wat stadjes en mooie stukken groen. Met veel (vakantie)fietsverkeer. Mooi, maar als je diep in ons hart kijkt is onze eerste indruk toch dat het allemaal een beetje te aangeharkt, te keurig is.