Midden in de nacht worden we wakker omdat de wind om de tent giert. Oei, daar hebben we over gelezen. Da’s de tramontana, een stevige storm die enkele dagen kan duren. En die komt meestal uit het noorden, voor ons stevige tegenwind dus. Nu komt het goed uit dat we bedacht hadden op deze plek een dag te blijven. Niet dat de camping echt spannend is, het is echt een Franse familiecamping. In het zwembad spelen kinderen, maar in het water staan ook groepjes ouderen met elkaar te teuten. En ’s avonds is er bingo.
Als we na een dag vertrekken is de wind wat minder, maar nog zeker niet gaan liggen. Het eerste mooie plaatje zijn van die zandsteenrotsen. Net als overal in Frankrijk heet dat hier een orgel. Het voelt als een jaren zeventig uitje. We fietsen door de druiven vandaag. De route klinkt als de folder van Mondovino, we komen langs Roussillon en Corbières, hellingen vol. We maken aardig wat hoogtemeters. Het levert de meest fantastische uitzichten op. Soms fietsen over een weg boven langs een dal, alsof we over het balkon rijden, met uitzicht over de hele vallei. We fietsen door dorpjes met, nog heel klassiek, een rijtje platanen als we het dorp binnen komen en de begraafplaats als we het dorp uitfietsen. Op een top staat een ruïne, we maken er een Catharenkasteel van.
De camping van vandaag is een camping municipale, een gemeentecamping, beheerd door ambtenaren. Dat betekent dat de receptie pas weer na vieren bemensd is. Een aardige ambtenaar vult alle papieren in. De administratie is nog helemaal met de hand, ook het bonnetje voor de 44 eurocent belasting. Ik krijg wisselgeld tot op de cent nauwkeurig en we constateren samen dat het papier meer kost dan het opbrengt. Maar de dame constateert dat dat voor haar salaris niet uitmaakt. We hebben een mooie plek, tot de nieuwe buurman zijn camper met aanhanger en motor binnen een halve meter van onze tent opstelt.