Vannacht hebben we geslapen op een camping municipal. We blijven ons verbazen over dit principe. Het lijkt kamperen met gemeentesubsidie. Hier in Crozant ligt de camping lekker centraal en is van alle gemakken voorzien, met goede douches en overal warm water. De ambtenaar van dienst komt twee maal daags langs om de administratie te doen. Verder zit er niet veel betrokkenheid of ondernemingsgeest. En ook hier wordt niet gevraagd naar een passe sanitaire of vaccinaties.
De lucht is blauw als we wegrijden, er staat een klein briesje en alles om ons heen is groen. Het ruikt fris en schoongespoeld na de buien van de laatste dagen. Waar wij dachten dat het hier groen is van de regen, vertelt een Franse wielrenner dat het altijd zo groen is. Alleen twee jaar geleden was het zo droog, dor en geel als in ZuidFrankrijk. De dorpjes hier lijken wat meer bewoond. We zien trekkers op de velden en bij de huizen staan auto’s. Er is zelfs een bakker die open is en koffie serveert.
Eindpunt van vandaag is een Nederlandse camping met een wasmachine. Als we aankomen mogen we de tent niet opzetten vanwege gedoe met de gemeente. Daarvoor in de plaats krijgen we een heuse pipowagen. We brengen de avond door in de half open huiskamer met rode wijn, bœuf bourguignon en muziek van oud-dj Ruud, die hier de tent draait.