Met de bus gaan we naar Venetië, de fiets blijft in de opslag van het hotel staan. Uit het raam zien we waar we gisteren over de vangrail geklommen zijn. Ook nu hebben we gemist waar het fietspad vandaan komt. En eerlijk gezegd, zo vanuit de bus is het moeilijk voor te stellen dat het gisteren zo vanzelfsprekend was om hier te fietsen. In de stad nemen we de vaporetto, lijn 2 over het Canal Grande, dwars door de stad. Het is mooi, de kleuren, het water, de huizen, het verval. We stappen uit bij de San Marco. We zijn niet de enigen. De rij om de basiliek in te komen schatten we op tenminste 150 meter. We bedenken dat we hier al eens eerder zijn binnen geweest en beperken ons tot genieten van de buitenkant én van de mensen op het plein. Er loopt een Nederlandse puber met een gezicht op onweer. Zijn vader loopt te mopperen dat hij blij moet kijken en zet hem op de foto. Ik bied aan een foto van hen samen te maken. Pa trekt hetzelfde gezicht als zijn zoon en weet niet hoe snel hij weg moet lopen. Speciaal op aanbeveling van een van onze lezers zoeken we aan het plein het strijkje op bij Florian. We slenteren wat door de stad. Voor koffie strijken we neer bij Al Pesador, een rustig terras in de schaduw, vlakbij de Rialtobrug. Ooit hebben we hier zó lekker gegeten dat we het herkennen, nu houden we het bij koffie.
We ontvluchten warmte en drukte in het Punta della Dogona. Het is zo’n mooi gebouw, op het puntje van het Canal Grande. De tentoonstelling is verrassend.
De lunch voldoet aan alles wat je van Venetië verwacht. Het is een fantastische locatie, met mooi uitzicht en waanzinnige prijzen. Carry wil een Riesling bestellen, maar de 18 euro is de prijs per glas, niet per fles.
We wandelen op ons gemak dwars door de stad terug naar de bushalte. Als we nog even ergens gaan zitten zien we uit en ooghoek twee fietsers langs lopen. Tot onze verbazing zijn het onze Duitse buren van de camping aan de Kalterer See.
Zo’n dagje Venetië was wel even omschakelen na vier weken fietsen. De gewone wereld komt er weer aan. Morgen vliegen we naar huis.