Vandaag gaan we naar de bronnen van de Vecht. We zitten op de fiets en vragen ons af hoe het ook al weer zat met Stanley en Livingstone. Zij zochten de bronnen van de Nijl, zo’n 150 jaar geleden. Daar verbleekt ons fietstochtje bij. Het spannendst van vandaag is dat een insect van een trekker springt/schiet/vliegt en in mijn been steekt. Ik heb geen idee wat het is, maar mijn been reageert onverwacht allergisch met een grote, gloeiende plek. Een stop bij een apotheek levert een uitgebreide uitleg in mondkapjesDuits op, met een handvol pillen en de conclusie dat het morgen minder moet zijn.We stoppen in Munster. Dit is zo’n stad die bekend klinkt, zonder dat we de historie kennen. Google helpt. Natuurlijk is het een hanzestad. Hier is ook in 1648 de vrede van Munster getekend, het einde van de 80-jarige oorlog. Voor de Groningers onder ons Munster is ook de stad van Bommen Berend – de bisschop van de stad. Wat ons nu vooral opvalt is dat ook deze stad volledig in oude stijl herbouwd is na de vernietiging door geallieerde bombardementen.
We fietsen door. Ergens vandaag hebben we de Emsfietsroute achter ons gelaten en nu fietsen we de R1. We rijden dwars over boerenerven, langs Jezusbeelden en door kleine dorpjes. Nog steeds staat er veel mais en zien we geen koeien. En dan fietsen we door de Vechtestrasse. Hier moet dus ergens het begin van de Vecht zijn. We kronkelen door wat straatjes. Dan staat er een bord met uitleg. Er zijn geen bronnen van de Vecht. Het zijn twee beekjes, de Rokeler Bach en de Burloer Bach, die samen vloeien. Nog steeds is het begin van de Vecht niet meer dan een beek van een meter of 2. Tegen de tijd dat de Vecht bij ons in Zwolle in het Zwarte Water uitmondt is hij bijna 50 meter breed en nog altijd de kleinste rivier van Nederland. Dan zijn we 225 kilometer verder. Dat is niet de route die we gaan volgen, wij kiezen een kortere variant.