We merken dat we verder noordelijk komen. De dauw ligt nog op de tent als we wakker worden. Ook vandaag begint de dag met stijgen. We volgen een mooie weg door het bos, met forse dennen aan beide kanten. Het is een soort officiële fietsroute, met bordjes die aangeven hoeveel kilometer het tot de top is, plus het stijgingspercentage. Het is niet helemaal waar je blij van wordt, zo aan het begin van de ochtend.
Gelukkig volgen wij de bordjes niet tot de top. Het is fris in de schaduw, maar het is groen en mooi. En nog meer groen. Dalen door het bos. Stijgen in het bos. Uitzichten. Dennen. Valeriaan. Veel varens. Weides. Duizend tinten groen, en wij mogen er doorheen fietsen. Soms ben ik even praktisch in mijn hoofd, ik mag nu naar beneden rijden, maar dadelijk moet ik weer omhoog. Maar het hoort erbij en het is gewoon prima fietsen.
Terwijl we blijven genieten van het landschap komt de vraag waar we kunnen lunchen. Gelukkig weet Google in het volgende gehucht een restaurant. We hopen dat het open is, want het ligt natuurlijk weer aan het eind van een helling. Er staat een bord buiten dat een prima menu biedt en binnen zit het redelijk vol. Dat belooft veel goeds. Helaas, het gehucht ligt zo afgelegen dat enig nieuwe kooktechniek niet is doorgedrongen. De bloemkool is zó gaar dat het een wonder is dat die herkenbaar opgediend kan worden. Maar één blik, en hij stort in elkaar tot een bleke smurrie. Gelukkig zijn er mensen die dit wel lekker vinden, de Fransen aan het tafeltje naast ons worden hier duidelijk wel blij van.
We rijden verder door het groen. Alleen het laatste stuk op een weg langs de snelweg kan maar matig boeien. We naderen het eind van onze route door het Massif Central. Aan onze hoogtemeters van vandaag is dat nog niet te merken. We zijn zo’n 1000 meter gestegen, en net wat minder gedaald. We zitten nog op 600 meter.