Loire

Het is grijs als we weg rijden, fris genoeg voor extra mouwen en wind tegen. Gelukkig is het droog. We starten met een flinke klim en een waanzinnig groot veld vol knalgele zonnebloemen. 

We lunchen in Névers. Voor ons is dit een mijlpaal, het einde van het eerste routeboekje. Dit betekent dat we halverwege de route zijn. We liggen redelijk op schema. En nu stoppen we precies op tijd, op het moment dat we op het terras gaan zitten begint het te gieten. Echt zo’n dikke plensbui die je in vijf minuten doorweekt. Gelukkig passen we er net bij onder de overkapping.

Het is droog als we doorfietsen. We rijden langs een van de zijkanalen van de Loire. Het kanaal kruist de Loire met een aquaduct en een smal fietspad. Mijn hoogtevrees steekt de kop op als ik op dit smalle paadje over de kolkende Loire fiets. Hier heeft waterbouwend Frankrijk zich in de 19e eeuw flink uitgeleefd. Na het aquaduct liggen twee sluizen die een hoogteverschil van zeker vijf meter overbruggen. Verderop ligt een ronde sluis, waarmee ooit zowel water als transport geregeld werd. Hij ziet er mooi uit, maar de finesses ontgaan ons. 

Einddoel van vandaag is Sancoins. Hier gaan we heen omdat er een hotel is. Het is heerlijk authentiek, met krakende vloeren, een mintgroene badkamer met tegeltjes zoals wij ze in het oude huis hadden en een kroonluchter aan het plafond. Maar de bedden zijn goed. We vragen ons af waar de naam Sancoins vandaan komt, saint coins (heilige munten) of sans coins (zonder hoeken)?

Geef een reactie