Naula – Kandy
Het valt niet mee vandaag. De regen komt met bakken uit de lucht en het weidse uitzicht is terug gebracht tot wolken. Onze fietskleren zijn nog klam van gisteren. Het boekje meldt dat we vandaag wat stevige hellingen kunnen vermijden door op de grote weg te blijven. Eerlijk gezegd klinkt dit aanlokkelijk. Tót we op die grote weg komen. Er komen een paar bussen rakelings voorbij scheuren en ik verheug me alweer op de kleine wegen. Tussen de wolkenflarden zien we de eerste rijstvelden van vandaag en de moraal stijgt. Dan bezorgt de eerste echte helling van vandaag, met stukken van 15%, voldoende endorfine om lekker te fietsen.
De weg voert ons door de jungle. Hier kan het alleen zo groen zijn als het vaak regent. We bedenken hoe mooi het hier is op een zonnige dag. De kwaliteit van de weg is maar zozo. We zwalken tussen de plassen door. Voetgangers lopen met paraplu’s. De enkele motorrijder heeft een compleet regenpak aan. En wij laten de buien gewoon over ons heen komen.
In Matale zit een gouden Boeddha op de berg. Ik herken de positie van zijn handen niet. Ik stel me voor dat hij me tot acceptatie maant – maar waarschijnlijker mediteert hij voor de wereldvrede. Wat verderop staat een mooie grote Hindutempel. Een andere keer stoppen we misschien, nu druppen we en rijden door. De hoofdstraat is druk, aan twee kanten winkeltjes met hun hele voorraad op straat en tuktuks overal geparkeerd. We slalommen er tussendoor.
Het blijft regenen. Het is niet koud, maar heel oncomfortabel. Ik voel het water langs mijn kuiten mijn schoenen in sijpelen. Inmiddels heb ik geen droge draad meer aan mijn lijf. Bij een busstation staat Carry me op te wachten. Een man wijst ons op het eettentje van zijn neef, dat verscholen zit achter een bakkerijtje. We eten een flinke portie gebakken rijst. Als we buiten komen is het droog. Dat is mooi want in dit laatste stuk moeten we nog flink klimmen.
We rijden Kandy binnen. Er is een mooi uitzichtspunt over de stad. Een souvenirverkoper wijst ons de hoogtepunten. Dan wijst hij ons op zijn handel. We vertellen dat we op de fiets niets mee kunnen nemen. Dat vindt hij een goede reden, hij noemt het ‘a simple life’.
De omschrijving zei dat ons onderkomen voor vannacht in het centrum van de stad ligt. De werkelijkheid ligt 2,5 kilometer verder en 190 meter hoger. Niet echt goed voor de moraal, om het voorzichtig uit te drukken. De ontvangst ter plekke maakt gelukkig veel goed.