Battistero

9 augustus Castel d’Aiano – Pistoia

Als ze geen brood hebben, laat ze dan cake eten. Marie Antoinette had in de keuken van het hotel kunnen werken. We krijgen geen brood, maar chocoladetaart, cake en een zoete croissant. Het is duidelijk, Marie was geen fietser en de kok hier ook niet.

Ons hotel staat halverwege een klim. Vandaag stijgen we het laatste stukje tot de Passo Brasa op 895 meter. We doen nog één klein hobbeltje er achteraan en dan begint het grote dalen. Hiervoor doen we zelfs een jasje aan. Het landschap glooit, dat is zo fijn, dan kun je lang van de afdaling genieten.

We zijn de Apennijnen nog niet uit. Dit betekent dat we de volgende 30 kilometer weer omhoog moeten. Het boekje noemt het geen steile klim, maar we zien regelmatig percentages van 7 à 8 %. Ik fiets en ik vraag me af waarom ik hier fiets. Ik weet dat het lang duurt en het is niet gemakkelijk. Plus dat het warm is, het zweet knalt eruit en natuurlijk hebben we tegenwind. En tóch stap ik elke keer gewoon weer op.

De Apennijnen zijn op het traject van vandaag ruiger dan gisteren. Gisteren zag het landschap er uit als Apennini, glooiend en met veel landbouw. Vandaag zijn het meer Apennijnen, veel bossen en rotsig, met stalen netten tegen vallende stenen.

We passeren de grens Emilia Romagna – Toscane. De bomen sluiten zich boven de weg en het lijkt of alles wat rommeliger is. We dalen weer, we gaan nu echt de Apennijnen uit. Zeshonderd meter rijden we in de volle zon naar beneden. Met elke haarspeldbocht wordt het een beetje warmer. We eindigen op de Piazza Duomo van Pistoia. Zo hoort Toscane eruit te zien, met hoge roodbakstenen-kerktorens en een battistero in zwartwit gestreept marmer.

Geef een reactie