30 augustus, Mityana – Entebbe
We worden uitgezwaaid door twee Noorse voorgangers van de pinkstergemeente. Dit zijn van die types die worden aangekondigd op borden langs de weg. We zien hun filmpjes van een bijeenkomst in Addis Abeba in een stadion met 25.000 dansende mensen. Hier werd de geplande bijeenkomst in Hoima afgelast vanwege onrust over de oliepijplijn. Nu in Mitanya kost het hen moeite om wat georganiseerd te krijgen.
Met een van hen hadden we gisteren een mooi gesprek over religie en living faith. Het gesprek sloeg dood toen zijn collega erbij kwam en met bijbelcitaten begon te strooien. Zij bedankten God voor het mooie gesprek, wij hen.
We steken de grote weg over en meteen is de weg onverhard. Het is fris en er hangt regen in de lucht. Het wasbord van de weg valt mee vandaag, net als de hellingen. Ook vandaag genieten we weer van het uitzicht. We kijken elkaar aan, wat is het fantastisch om hier samen te zijn.
Na 25 kilometer stoppen we voor een cola. Een groepje bodabodarijders komt kijken naar onze fietsen, vooral de riem trekt bekijks. Ze willen ook wel op de foto. Vanaf hier rijden we op de grote weg. Het schijnt dat we dit traject op de heenweg in tegengestelde richting gereden hebben. We herkennen het niet.
Mpigi herkennen we wel. Ondertussen regent het een beetje en we hebben het koud. We stoppen bij een restaurantje voor de lunch. We weten inmiddels hoe het werkt en binnen de kortste keren staat er een prima hap op tafel.
Het laatste stuk is onverhard. Het verrast niet meer, zoals de eerste dag. Het voelt bekend, de papyrus in het moeras, de bananen, de joelende kindjes, de rommelige winkeltjes. Het lijf is moe, we zijn voor nu even klaar met fietsen. Maar om hier te zijn, in dit land, dat zou best nog even mogen duren.