25 augustus, Hoima – Kakumiro
We rijden naar Kakumiro vandaag. De vraag is of de hele route verhard is. Robert en het meisje van het hotel zeggen van wel. Onze kaarten zeggen van niet. Maar we vinden ook verhalen over wegenprojecten, dus misschien valt het mee. We gaan het zien.
We zijn mooi op tijd weg. Op straat zien we gezinnen op weg naar de kerk. Ze lopen er echt op zijn zondags bij. Ik heb er ontzag voor dat het lukt met alle stof hier om alles, zelfs de witte kinderjurkjes, zo mooi schoon te houden.
Na 8 kilometer zien we een splinternieuw verkeersbord dat aangeeft dat Kakumiro 92 km is. Dit is niet wat we verwacht hadden. We rijden door. Er zijn wat klimmetjes,. Er tussen, in de dalen, liggen moerassen. Ze zijn herkenbaar aan de grote bossen papyrus.
In Nelwayo, na 37 kilometer is uur U. Bij een colaatje overleggen we. De dame van het winkeltje geeft aan dat het wegdek van de shortcut geen asfalt is, maar zo goed dat auto’s de route gebruiken om af te snijden. Carry heeft geen twijfel, ik aarzel. We hakken de knoop door en halen nog een rolex voor onderweg.
Natuurlijk is de route fantastisch. Alles is mooi groen en we rijden er op zo’n rode weg midden tussen. Mensen zijn verbaasd twee mzungus te zien passeren, al zijn ze in deze streek wat terughoudend in hun reacties.
Maar eerlijk gezegd, het fietsen valt me niet mee. Het gaat moeizaam. Wat eten helpt, maar onvoldoende. Ik zet de blik op oneindig en ploeter verder. Ik heb niet veel oog voor wat er om me heen gebeurt en word compleet verrast door een groep mensen die uitgebreid staat te badderen in een poel.
De laatste paar kilometer zijn verhard. Het hotel staat aan het eind van het dorp. Het ziet er niet uit zoals je bij de naam Kakumiro resort hotel zou verwachten. De hal is een rommeltje met een kalender van parlementslid Nabbanja uit 2019. De kamers zijn aftands en klein. Ik vraag me af of we na een cola toch door moeten rijden. Maar er is een alternatief. Aan de overkant wordt een nieuw hotel gebouwd. Het is nog lang niet klaar. In de lobby zwerven wat plastic stoelen. In de eetzaal zit zo’n vijftig man te juichen voor het Engels voetbal. Er zijn al wel een paar slaapkamers in gebruik. Daar krijgen wij er eentje van.
En wat het telefoonnummer van de Prime Minister Nabbanja betreft, daar kun je hier niet omheen.