Laos

Bij de grens hebben we onze overblijvende bahts gewisseld. We zijn nu miljonair in kippen, de Laotiaanse munteenheid. Met twee miljoen kippen kan de gemiddelde Barneveldse boer jaloers op ons zijn. De vraag is overigens wel hoe hij de prijs per kip zou zien, want voor 1 euro krijg je hier 10.000 kippen.

Op het vliegveld staat een bordje Welkom in Laos. Het verbaast dat we het onderscheid zien tussen Thais en Laotiaans. De krulletjes zijn echt nét even anders. Het welkom is ook in het Chinees. Vanwege het Coronavirus zijn chinezen nu niet welkom, maar in het straatbeeld is de band tussen deze volksrepubliek en die hele grote broer zichtbaar.

Met de overgang van de grens is één ding niet veranderd. We leven nog steeds in het jaar 2563. Net als het christendom relateert het boeddhisme haar jaartelling aan haar belangrijkste leermeester. Alleen was deze leermeester 543 jaar eerder.

Laos is een voormalig Franse kolonie. Dit betekent in elk geval beter brood, al maakt dat niet veel uit als je rijst bij het ontbijt eet. Het betekent ook weer rechts rijden. Op de een of andere manier is het verkeer dan echt beter te begrijpen.

Ons eerste beeld van Laos is dat het armer en stoffiger is dan Thailand. We stoppen vlak na de grens voor een lunch in een tentje langs de weg. Menu van de dag is een soep met twee grote ballen, mie en wat groenten. Carrys soep heeft ook een spin, maar dat is toeval hopen we. We krijgen er een mandje verse sla, munt en boontjes bij. Kijkend naar de man naast ons zien we hoe het moet: alle groenten in je soepje en ze er vervolgens met stokjes eten. Voor de resterende bouillon heb je zo’n echt chinese lepel.

PS voor de volledigheid, het bier in Laos is geen Chiang of Leo zoals in Thailand maar Beerlao. Ook goed.

Geef een reactie