22 juli Bevagna – Trestina
Vannacht hebben we in een klooster geslapen. Motto van dit klooster is bid, lees en werk. Dat lezen staat dan voor de intellectuele ontwikkeling, naast de spirituele en fysieke ontwikkeling. Het is wel een mooie toevoeging. Zeker voor een 12 e eeuws nonnenklooster.

We starten op een mooi wit weggetje. In de verte ligt Assissi. Voor ons is het Anono. In deze warmte hebben we geen zin in de drukte. Maar het schuurt wel als we er langs rijden.

De route glooit door heuvels met zonnebloemen, graan en bosschages. Het is mooi fietsen. Om de naam hadden we koffie gewild in het dorp Casa del Diavolo, maar zo lang kunnen we niet wachten.

Dan rijden we het dal van de Tiber in. Het is hier niet veel meer dan een sloot. We rijden over de flanken van de heuvels. De weg golft. We hebben flinke wind op kop. Onze Nederlandse reflex is balen van de wind, maar hier in Italië gelden andere regels, die wind is heerlijk fris.

Het dal ligt vol tabaksplantages. We twijfelen nog even of het echt tabak is, maar de geur is onmiskenbaar. Het schijnt hier al sinds de 17e eeuw geteeld te worden.

Het venijn van vandaag zit in de staart. Onze Agriturismo staat op een berg en de weg ernaar toe is extreem steil. Er zit niets anders op dan de fietsen omhoog te duwen.