Bijna

16 augustus Montefiascone – Caprarola

Het is heiig als we wegrijden. In de verte weten we het meer, maar het is niet goed te zien. We mogen meteen aan de bak, met 10% omhoog de stad uit. We zien nog even de koepel van de kathedraal en we passeren de lokale Wipstrik. Dan duiken we naar beneden, met een helling zó steil dat ik drie keer moed moet verzamelen om naar beneden te durven.

Het is mijn ochtend niet, de benen zijn pap, mijn hoofd zeurt en de uitzichten zijn ook maar zozo. Ik heb het gevoel dat de rit van gisteren niet verteerd is. Drs. P duikt op in mijn kop met zijn rit naar Omsk. Zo voelt het, Rome is een mooie stad, maar net iets te ver weg.

En dan is er koffie! Met Italiaanse koffie ziet de wereld er stukken beter uit. Het maakt niet uit dat de burcht hoog op de heuvel ligt. We fietsen er gewoon heen, kijken naar al het moois en aan het eind van de stad rijden we weer naar beneden.

Er staan vijgen in de berm. We zien geen vruchten en vragen ons af hoe ze er thuis bij hangen. Olijfboomgaarden maken plaats voor hazelnoten. De struiken zijn dichter en hoger en de bladeren donkerder. Het geeft een heel ander beeld aan het landschap. Een van onze sprookjes is dat alle hazelnoten voor Nutella zijn. En omdat Italianen alles met Nutella eten zijn er veel hazelnootboomgaarden.

Gisteravond kwamen we tot de ontdekking dat we een paar jaar geleden ook naar Caprarola gefietst hebben. Toen viel de regen met bakken uit de lucht, nu is het snoeiheet. Wat nog wel precies is zoals we ons herinneren, is de lange straat dwars door de stad. Hij loopt steil omhoog naar het paleis, met percentages tot 13%. De vorige keer zochten we in de regen naar onderdak. Nu stoppen we op het laatste stuk om op een terras te eten.

Geef een reactie