Een loom dagje aan het zwembad van het hotel sluiten we af op een naburig terras. Biertje erbij. We kijken uit over de haven. Af en toe toetert een van de aankomende boten. Daar komt de grote, trage veerboot vanaf Lombok. Op de zijkant staat in grote letters ‘we love Indonesia’. Hij dieselt de haven in. Er klinkt een dingdong en een electronische aankondiging. Een geluid dat we ook ’s nachts in bed horen. De bedrijvigheid gaat blijkbaar 24 uur per dag door. Er zijn ook kleinere, snellere veerboten. Die trekken de meeste toeristen. We hebben dit vanmiddag op ons gemak zitten bekijken. Er gingen veel makke witte schapen op een boot. En niet alleen schapen, ook een ongelooflijke hoeveelheid bagage die allemaal in het vooronder verdween. Blijft de vraag of hier niet gewoon een zwart gat zat. Ondertussen zaten wij bij een kraampje en aten een visje, vers geroosterd in bananenblad. Als je goed kijkt vanaf het terras waar we nu zitten, is er op de hoek van de straat ook een andere realiteit. Een oranje bordje geeft aan welke kant uit te evacueren bij een tsunami. Een onwaarschijnlijk idee dat dit hier ook kan gebeuren.
Voorbij het oranje bordje, wat verder helling op, staat een hindoetempel. Elke middag rond 12 uur zien we een groep mensen bij het hotel langslopen. Ze zijn in het wit en duidelijk op weg naar een ceremonie in deze tempel. De mannen met sarong en een mooi petje. De vrouwen ook in sarong met een extra gele band om. Er worden van palmbladen gevouwen offerandes mee gedragen. En er is altijd wel iemand met een telefoon die alles filmt. Grenzend aan onze kamer staat ook een mooi versierde offertroon. Daar werd zojuist een ceremonie uitgevoerd, met veel mooi gevouwen offergaven, wierook, belletjes en gezongen spreuken. Wij zaten voor onze kamer en genoten stilletjes mee.