Het lijkt erop dat ook in Laos het advies van Studiosport gevolgd wordt: zondagavond eten met het bord op schoot. We zien op meerdere plekken tafels met eten buiten staan. Automobilisten en brommertjes stoppen, zoeken wat te eten uit en vertrekken weer met een bundel plastic zakjes. Wij eten liever in het restaurant en dat kan gelukkig ook. We kiezen uit de bakken langs de weg. Er staat een water cooler waar we zelf water uit kunnen pakken, met glaasjes er naast. Bier is niet voorhanden. Dat lossen we zelf op bij de Chinese buurtsuper.
Deze maandagochtend is het bewolkt en fris als we vertrekken. De lucht zit helemaal dicht. Het is van dat weer waarbij je in Nederland een regenjasje mee neemt. Hier denken we aan smog of aan bosbranden. Toch is het niet ons eigen zweet wat we voelen druppen maar kleine spatjes regen. Aan het wegdek te zien heeft het hier zo juist echt geregend. Het ruikt in elk geval heerlijk fris, nu het stof uit de lucht is. Ook komt er een zonnetje. Binnen de kortste keren stijgt de temperatuur tot tropische hoogte.
We fietsen weer langs de Ou. Eerder zagen we al een van de zeven dammen die hier door China worden gebouwd. Vandaag komen we langs een volgende. De effecten zijn meer dan tien kilometer tevoren al te zien. Hier zijn het nog bomen die half onder water staan. Verderop zijn het huizen. Het landschap aan de kant van de rivier is een complete kaalslag. Bij een dorp staat een bordje dat waarschuwt dat de huizen dicht bij de weg staan. We vragen ons af hoe mensen gecompenseerd zijn voor verdwenen huizen en verdwenen land. We zien nieuw gebouwde huizen. Er is amper begroeiing. De weg is nieuw aangelegd en breed. Vrachtwagens rijden hard. Dan ligt de weg op een dijk, die de oever beschermt tegen de nieuwe, hoge waterstanden. Verderop zien we de ondergelopen valleien van de zijrivieren. Als we bij de dam komen is deze groot en kolossaal en onverbiddelijk aanwezig in het landschap. Middenop staat met grote letters, ook voor ons leesbaar, Powerchina. Dat maakt nieuwsgierig wie de stroom gebruikt die hier gemaakt wordt (opgewekt is niet een woord dat hierbij past) en wie er aan verdient.
Deze laatste dag voor we aankomen in Luang Prabang hebben we onszelf een luxe hotel aan de rivier beloofd. Garmin wijst ons de weg. We slaan af in een klein dorpje en komen terecht op een zandweg. Deze volgen we tot een grote poort. Het ziet eruit als een hotel maar het is uitgestorven. Het water in het zwembad is troebel en de enige beweging komt van wat honden. Er komt een dame tevoorschijn die begint te bellen als ze ons ziet. Ze geeft geen uitleg. Carry vindt een koelkast met koude cola. We bedienen onszelf en wachten af. Na een kwartier of wat horen we een brommer. De man die aankomt spreekt Engels, wijst ons de kamer en regelt zelfs een lunch. Alleen het zwemmen schiet er bij in.