23 juli Trestina – Badia Tedalda
Gisteravond kregen we een lift van de eigenaar naar het enige restaurant in het dorp. Dat bespaarde ons een flinke wandeling. Vanochtend laten we ons de berg afrollen voor de rit van vandaag. Het is 22 graden en het voelt bijna fris.

We rijden verder door de Valtiberana. Het is bijna vlak, met nog steeds veel tabak en zonnebloemen. De bermen staan vol bloeiend onkruid. In de verte zien we de Apennijnen steeds dichterbij komen.

We drinken koffie bij de bakker in Sansepulcro. Hier scoren niet alleen oude mannetjes een koffie maar komt iedereen voor koffie en een taartje. Dat taartje is voor ons ‘pure noodzaak’, want de volgende 20 kilometer gaan we klimmen.

Het bord langs de weg meldt dat de pas open is. Een ander bord verplicht om sneeuwkettingen in de auto te hebben. Zo ver zuidelijk hadden we dat niet verwacht. Vandaag is er niets van dat alles nodig, het is gewoon warm. Garmin meldt dat we op de Via Alpe rijden. Een bijzondere naam voor een weg door de Apennijnen.

We klimmen gestaag. Het is nergens echt steil, maar het gaat lang door. In de diepte zien we een turquoise stuwmeer. We ruiken de zoete geur van de velden met klaver. Iedere keer lijken we bijna op het hoogste punt te zijn, maar steeds is er een volgende bult. Net als ik denk dat we het einde in zicht hebben meldt Carry dat we nog 100 meter omhoog moeten.

Uiteindelijk zijn we na zo’n 700 meter klimmen bij de pas, Viamaggio, op 985 meter. Voor ons is dit het hoogste punt van de Apennijnen. Er staat geen mooi bord, maar wel een café waar we kunnen lunchen. Wij drinken cola bij het eten, de wegwerkers naast ons witte wijn.

Vanaf hier rijden we naar beneden. En we dalen zelfs een stukje extra, want de agriturismo van vandaag ligt in een dal.