We gaan het week-end naar Pyin Oo Lwin, voorheen Maymyo, de stad van kolonel May. Gesticht in 1896, een lokatie van het koloniaal Engels bestuur om de hitte van Mandalay te ontvluchten. Voor dat klimaat moet je omhoog, tot ruim boven de 1000 meter, en een flink eind voorbij Mandalay. Met Asian Highway 14 is de afstand vanaf Sagaing rond de honderd kilometer, met kleinere wegen beduidend langer – en onderweg geen hotels te vinden. Dus regelen we een pickup voor de weg erheen. De fietsen gaan keurig achterin en voor een goede oppas is ook gezorgd.
Het is een drukke route. Niet verbazingwekkend, het is de doorgaande route naar China. We realiseren ons dat China hier wel heel dichtbij ligt. Maar nee, we gaan geen uitstapjes maken, ons visum staat dat niet toe. Waarbij sowieso de vraag zou zijn of het ons toegestaan zou zijn in dat gebied te reizen.
De Asian Highway is een flinke vierbaansroute, waar het naar beneden rijdend verkeer over grote stukken een andere route volgt dan wij. Ook hier zijn wegwerkzaamheden volop bezig. De cabine van de pickup ruikt naar diesel en stof en naar de lelies, die in een ketting aan het boeddhabeeldje onder de spiegel hangen. Wat valt verder te zeggen over zo’n rit? Het blijft gek om rechts te rijden met een chauffeur die rechts zit, ik betwijfel hoe goed zijn overzicht van de weg is, vanuit die positie. Maar hij heeft een goede claxon, die hij in geval van twijfel weet te gebruiken. Het is ook grappig, we realiseren ons dat de weg vanuit de auto spannender en moeilijker lijkt dan wanneer je het gewoon op de fiets doet.
Langs de militaire academie, ‘the triumphant elite of the future’, rijden we de stad in. Hier voelt het weer als voorjaar, met strak blauwe lucht, een zonnetje en toch een fris windje. Er zijn wat koloniale Engelse gebouwen overgebleven, een Anglicaanse kerk en er rijden koetsjes voor het gevoel van vroeger. De maat van de wegen past bij het Engelse platteland. De begroeiing ook. Zó dat het ineens weer verbaast als alle borden in het Birmees zijn.
De nationale botanische tuin in Pwin Oo Lwin is een must-see, dus gaan we erheen. Met ons doet elke weekend-vierende Birmees dat. Het is druk met bezoekers als in een combinatie van Efteling en Keukenhof, één groot feest van selfies-makende stelletjes, voetballende kinderen en picknickende groepjes. Maar daar waar de lokale planten zouden moeten staan is het onderhoud achterstallig en is de helft van de bordjes verdwenen.
Op zondag een rondje door de stad fietsen levert verbazingwekkend veel verschillende gebedshuizen op. Natuurlijk bestaat de meerderheid uit boeddistische tempels, maar daarnaast een Anglicaanse kerk, een katholieke kerk, diverse moskeeën, een Chinese tempel en een Hindoetempel. De laatste geeft absoluut het mooiste plaatje.
Ha ha, toch sneu dat Carry niet kan autorijden en een band kan plakken 😉 maar rechts rijden is best een kunstje met name voor de richtingaanwijzers, en links niet rijden eerlijk gezegd ook. Veel plezier nog!