Het wordt weer warm vandaag, dus we zitten om 8 uur op de fiets. Onze route voert langs de voet van de Dolomieten. Iedere keer als de afstand tot de bergen te groot wordt slaan we af en draaien we terug. Langzaamaan beginnen we ook te klimmen. De bergen zijn steeds nadrukkelijker aanwezig, groot en ruig.
In Manioga, een stadje dat meldt uit 981 te zijn, is het markt. Het is rustig, dus we slalommen er wat doorheen. We worden terecht gewezen door een kleine agent met een grote witte pet. We krijgen eerst een uitgebreid verhaal in het Italiaans, dan een kort commando ‘a mani!’.
Om de rivieren die uit de Dolomieten komen te kruisen moeten we over een wat grotere weg. De drukte valt alles mee. De bruggen zijn groot, maar de rivierbedding is droog, er liggen alleen wat grote plassen. Het is indrukwekkend. Waar onze eerste reactie is dat dit wel de gevolgen van de hete zomer zullen zijn, is dat niet het geval. Blijkbaar stromen de rivieren hier over grote trajecten ondergronds. Alleen bij grote buien is het water zichtbaar.
De enige agriturismo in de buurt heet Casa Rossa ai Colli. Eigenlijk is het dan meteen al duidelijk, deze zal wel op een helling liggen. En dat is zo. Net na de kerk slaan we af, de laatste vijfhonderd meter lopen loodrecht omhoog. De gastvrije ontvangst maakt veel goed.