Moraal

Op deze dag van de Europese verkiezingen past ons het motto van Bertold Brecht: eerst komt het vreten, dan komt de moraal. Het ontbijt van vanochtend stelt niet veel voor, een vaag croissantje, wat toastjes en dat is het. Geen goede start. Voeg daarbij de regen die ons de stad uit begeleidt en daar gaat de moraal. 

Het tikken van de regen op mijn nieuwe regenjas geeft het ouderwetse gevoel van knus in een tentje zitten. Maar dit is niet wat we willen. We willen genieten van het uitzicht, van blauwe luchten en groene weiden, van rustieke dorpjes en van zweet kriebelend in de nek. Deze zondagochtend is anders. We hebben een extra winterhemd aangetrokken, we hebben lange mouwen aangedaan en onze voeten soppen koud in de schoenen. Het weer is grijs. Bij het punto panoramico stoppen we. We speuren in de verte naar Siena, we zien de torens, maar het is te heiig voor mooie foto’s. En wat dat vreten en die moraal betreft, het eerste restaurant dat volgens Google heel gezellig zou zijn, bestaat niet. Het tweede is gesloten, maar het derde maakt alles goed. Het is heerlijke zondagschaos, met grote gezelschappen drukke Italianen. Voor ons is een tafeltje vrij, naast de verwarming. 

Na een goed bord eten en met droge sokken is onze moraal beduidend beter. Met een buik vol gaat de aandacht uit naar de aanvullende behoeften (precies, de piramide van Maslov). Een lekker zonnetje en een goed uitzicht horen daar bij. Die zon zit er niet meer in vandaag, het blijft motregenen. Maar het pad wordt mooier. De laatste 25 kilometer fietsen we onverhard langs een kanaal. Het is modderig en ploeteren en met zon zou het zo veel mooier zijn. 

Ons hotel ligt direct aan de route, ergens in de middle of nowhere. We hebben keurig tevoren gereserveerd. We komen aan over een klassiek Italiaanse oprit, tussen de cipressen. Het parkeerterrein is leeg. De reservering staat op Carrys naam, hij gaat naar binnen. Hij meldt dat het een bordeel lijkt, met schilderijen van naakte vrouwen en een baas met maffia-uitstraling. Die baas kan zo naar Koot en Bie, met zijn foute pak, vette snor en wat smoezelige blik. Maar er zijn kamers genoeg, we zijn de enige gasten. En beter nog, onze kamer heeft een föhn, dus morgen hebben we weer droge schoenen. 

Geef een reactie