3 augustus Porlezza – Verbania
Op zaterdagavond had onze camping livemuziek. De buurcamping ook. Wij lagen in ons tentje en voelden ons alsof we midden op het bevrijdingsfestival lagen. Na de muziek hebben de buurjongens nog wat nagekletst. Ofwel het wakker worden valt niet mee vanochtend.

We rijden langs het meer van Lugano, op de smalle weg tussen water en bergen. Gelukkig is het op zondagochtend niet druk, al lijkt het of iemand in Duitsland een blik Ferrari’s heeft open getrokken. We moeten een paar tunnels door. Gelukkig kunnen we ook een paar keer buitenom. Rond het meer zijn de bergen mooi en groot aanwezig.

Dan passeren we de Zwitserse grens. We zijn inmiddels zo’n 1000 kilometer onderweg. Als Carry de douanier passeert zegt hij dat hij op me wacht. De man reageert door zijn tong uit te steken en te doen alsof hij de boter van een boterham likt.

We rijden door Lugano. Het boekje meldt meermaals hoe duur deze stad is. We vinden het vooral ingewikkeld fietsen. We moeten bij het station een flink stuk omhoog. Het kan alleen door de fiets te duwen. Als we halverwege zijn houdt een mevrouw me aan om in het Frans te vertellen dat het ook met een trammetje kan. We duwen gewoon door. Het lukt me om hier ergens zowel Carry als de route kwijt te raken.

Als we elkaar weer gevonden hebben rijden we over het fietspad verder. We rijden Italië weer in. Hier is geen douanier te bekennen.

De rest van de dag volgen we vooral fietspaden. Er is een mooi stuk over een oude trambaan. We vermijden een klimmetje van 100 meter door over de grote weg te gaan. Uiteindelijk komen we aan in Laveno aan het Lago Maggiore. Hiermee hebben we de Italiaanse grote meren gehad. We kruisen met een pontje. Hier hoeft niet gewacht te worden, deze vaart elke 20 minuten.

Aan de overkant fietsen we langs de boulevard van Verbania en vinden een overjarig hotel aan de rand van het meer.