23 februari Santa Marta
We hebben geld nodig, dus er moet gewisseld worden. Dit doen we niet bij de bank, want daar krijg je de officiële wisselkoers. Er wordt een mannetje gebeld die de koers van de zwarte markt geeft. Met ruim een factor twee verschil is dat interessant. Als het brommertje voorrijdt wordt de eigenaar van de casa ongemakkelijk. Wisselen is illegaal, hij kan er zijn vergunningen mee kwijt raken. Dus lopen we naar de hoek van de straat. Er wordt schichtig gekeken als er een voorbijganger aankomt. We vinden een plek achter een schuurtje om de zaken af te handelen. Met een plastic zak vol biljetten keren we terug in de casa.
De eigenaar van de casa is tijdelijk terug op Cuba. Hij woont bij zijn zoon in Portugal. Zijn beeld is dat de meeste jongeren het eiland willen verlaten omdat ze weinig perspectief hebben. Waar in de jaren ‘80 de voorzieningen goed waren en het systeem functioneerde, is dat nu helemaal niet zo. Er is een soort van parallelle economie gebaseerd op euro’s en dollars, die er voor zorgt dat de prijzen omhoog vliegen en die voor gewone mensen amper betaalbaar is.
Langs de straten staan karretjes waar fruit verkocht wordt en groenten waar de grond nog aan zit. Bij huizen staan tafeltjes met flessen sterke drank die met een kartonnetje worden aangeprezen. Dit soort handel is nieuw voor Cuba. Langzaam wordt het toegestaan, mits je de juiste papieren hebt.
We fietsen vandaag naar Varadero. Dit is het aangrenzend schiereiland, een strip met hotels, restaurants en zelfs een golfbaan. Hier is alles ingericht voor toeristen. De koetsjes zijn gepoetst. De huizen zijn geverfd. Het voelt als een Amerikaanse film uit de jaren 50. Er zijn kraampjes met toeristische prullaria, een hop-on hop-off bus en toeristische letters voor de foto. Het lijkt overal vrij rustig, alleen bij de telefoonwinkel straat een rij tot buiten toe. We fietsen op het gemak rond. Langs het busstation met een opwekkende tekst fietsen we de straat naar de casa weer in.