Nuwara Eliya – Ella
Het lijf voelt stram en stijf als we opstappen. We hebben wat extra’s aan want met 14 graden is het nog fris. We rijden de stad uit langs Gregory’s Lake. Er dobberen wat plezierbootjes langs de kant. In de koloniale tijd noemden ze het hier Little England, vanwege het frisse klimaat. Nu doen ze alles om dat beeld vast te houden, alle nieuwbouw en hotels zien er Engelser dan Engels uit.
Vandaag is het vooral dalen wat we doen en het landschap is fantastisch, zó groen. De hellingen liggen vol terrassen met allerlei groenten. Het lijkt of alle groenten van Sri Lanka hier vandaan komen. Op de een of andere manier hadden we hier ook veel thee verwacht maar die zien we niet. Af en toe trappen we een klein stukje omhoog, dan voelen we hoe we ons gisteren uitgesloofd hebben.
We drinken cola in een stalletje langs de weg. Het talud is zo steil dat er drie etages zijn tussen de weg en de begane grond. En onderweg zijn er van die momenten dat we eigenlijk een foto willen maken, maar dan is de vallei wazig omdat iemand zijn afval verbrandt. En hebben we het al gehad over de wolken zwarte diesel die de bussen uitstoten? Zo’n kwaliteit diesel die in Europa al jaren verboden is.
In Banderawela nemen we de afslag. Het is even een pittig klimmetje. Op dat moment komt een brommer naast me rijden, die vraagt of we naar Ella gaan. Als ik dat bevestig meldt hij dat de doorgaande weg veel gemakkelijker is. Het voelt als bluf als ik hem zeg dat deze weg mooier is, maar hij is het met me eens. Dit laatste stukje rijden we langs de thee.
Ella verrast ons. De hoofdstraat rijgt buitenbars en theewinkels aan elkaar. Het is zo’n toeristische straat waarvan je je afvraagt waar ter wereld je ook al weer bent. We vinden een hotel aan een zijwegje. En dat biedt waar Elle bekend om is, een fantastisch uitzicht op Ella Rock.