We blijven nog een dagje lui aan Inle lake. Het nabijgelegen dorp bestaat uit twee delen, een deel op de wal en een deel boven het water. Het deel boven het water kun je bereiken via een lange teakbrug. We wandelen over de brug. Eigenlijk is het meer een pad op palen. Het pad houdt alleen ineens op. Vandaaruit heeft het dorp alleen maar waterwegen. Alle huizen staan er op palen. De begrenzingen van de erven zijn van bamboe en drijven. We willen wat drinken in het restaurantje aan de overkant. Een meisje komt met een heel plat wankel bootje om ons op te halen. Ze puntert ons naar de overkant. Oversteken is nog even uitkijken voor ‘doorgaand’ vaarverkeer dat met hoge snelheid en dito golven naar het meer gaat.
We drinken wat. Aan de overkant wandelen mensen over het pad. Drie schoolklassen stappen in de boot voor een tochtje over het meer. Voor we ons weer op het pad laten afzetten, vaart het meisje ons nog rond door het dorp. Het is stralend weer, alles spiegelt in het water. Elk huis is zijn eigen eilandje op palen, met een wc-hokje er los achter. Veel huizen zijn van staal/golfplaat, een aantal is van rieten matten. Als mensen even naar de buren willen pakken ze een bootje. Er drijven ‘tuintjes’ met tomatenplanten en taro. Twee meisjes in een bootje varen er langs om onkruid te wieden. Een vrouw zit op de trap bij de voordeur de afwas te doen. Het volleybalnet boven het water roept vraagtekens op, zouden ze watervolley spelen? Of komen alle spelers met de boot? Helaas, onze taal staat het stellen van de vraag niet toe. Terwijl we heerlijk rustig varen knalt er muziek over het dorp. Iemand heeft zijn muziek zó hard staan dat niemand anders een radio aan hoeft. We dobberen terug naar het pad. Vanmiddag houden we het bij uitzicht op Lake Inle, vanaf de rand van het zwembad.